Pagina's

6.6.07

Via de scheren naar Stockholm








Er was eens een befaamde Nederlandse wedstrijdzeiler, hij had ook meegedaan had aan de Volvo Ocean race, die werd uitgenodigd om in Zweden te gaan varen. Toen hij de zeekaart zag, vroeg hij ontzet: ‘Wat zijn al die stipjes op de kaart?”. “Dat zijn eilanden en rotsen”, was het antwoord. “Oh nee”, zie hij, “Ik ga niet tussen rotsen varen!”. En hij vertrok naar Nederland. Dit verhaal werd met veel pret verteld door de Zweed die ik op Farö ontmoette.

Nou, deze jongen gaat wel tussen rotsen varen! Vandaag ga ik naar Södertälje. Om er te komen moet je een goed betonde route tussen de scheren varen. De scheren is een verzamelnaam voor de duizenden eilandjes, rotsen en blinde klippen, niet te verwarren met blinde kippen die zitten meestal aan boord, die de voorste linies van de grote delen van de Zweedse kust vormen. Het is een feest voor het oog om hier te varen. Wat een variatie in landschap. Kale rotseilandjes, maar wel vaak gekleurd door allerlei korstmossen. Eilanden met bossen en zomerhuizen met grote veranda’s. Idyllische plekjes te over, dat is het voordeel van een dun bevolkt land. Hele grote eilanden met wegen en dorpen en kleine eilanden, verbonden met de vaste wal door een veerboot. Kleine haventjes en privé steigertjes. Vuurtorentjes en andere bakens. Dit zijn de ingrediënten voor een telkens weer andere variatie die je oog hier voorgeschoteld krijgt.

Door deze mêlee zoek ik mijn weg naar Södertälje. In de, soms smalle doorgangen, wordt gevist vanuit kleine bootjes of van af de wal. Kennelijk zit daar juist veel vis. Ik zie mensen soms 5 of 6 spartelende zilverkleurige vissen tegelijk het water uit takelen. Het valt mij op dat vissers helemaal in de flow zijn, zij hebben geen oog meer voor hun omgeving. Dit is een paradijs voor vissers, kanoërs, roeiers, zeilers en ik moet toegeven, zij het met enige tegenzin, ook voor motorbootvaarders. Die laatste categorie is hier goed vertegenwoordigd. Ze schijnen maar twee standen van de gashandel te kennen, uit of volgas. Al met al vormt deze scherengaard een fantastisch gevarieerd en beschut vaarwater. Södertälje heeft een kanaal dat de Mälaren, een groot binnenwater, met de Oostzee verbindt. Morgen hoop ik via dat zoetwatermeer Stockholm te bereiken.

Als ik het havengeld voldoe, vraagt het meisje aan de kassa waar ik vandaan kom. “I am from Holland”, zeg ik. “Ik spreek ook een beetje Nederlands” zegt ze in vlekkeloos Nederlands. Haar vader blijkt een Nederlander te wezen. Een leuk welkom.
In Södertälje lig ik opeens weer in de herrie, ik was het volledig ontwend. Een hoge brug met een snelweg, een treinstation, af en aan rijdend bussen en plaatselijk verkeer zorgen voor een constante achtergrond van geluid. Dat is een voorproefje van Stockholm.

Om 8.30 kan ik door de sluis. Dan zit ik in het kanaal van Södertälje naar de Mälaren. Ik moet wachten omdat er een groot schip aankomt. Het is hier tamelijk smal. Het wordt een warme dag. Geen wolkje te bekennen en een zacht windje. Het wordt een ontspannen tocht door mooie fjorden en langs nog meer prachtige zomerhuizen en buitenverblijven. Dan doemt Stockholm op. Grote hoge bruggen, hoogbouw en verkeerslawaai. Er zijn een paar bruggen die open moeten voor mij. Maar het loopt heel voorspoedig en net voor de sluiting vanwege de spits neem ik de laatste brug en kan ik afmeren in de Wasahaven hartje stad naast het Wasamuseum.
De stad is in zomerstemming. Overal mensen op de gazons te luieren en te zonnen. De terrassen zijn overvol. Vanuit het pretpark Tivoli klinkt het gegil van mensen in de achtbanen of die een vrije val langs een van de torens maken. Jongelui die hun examens gehaald hebben, huren een open vrachtauto, hangen er een groot spandoek aan, installeren een giga geluidsinstallatie en rijden al feesten en zingend de stad rond. Sirenes van politieauto’s, drukte op het water, drukte op de weg, veel wandelaars langs het waterfront. Ik moet even wennen aan deze dynamiek. Proost met een schippersbitter op Nico en Tineke, ik heb Stockholm gehaald!!