Pagina's

27.5.07

Kalmar






































Grönhögen Kalmar

Na mijn uitstapje naar het vogelreservaat is de zon er al aardig in geslaagd om de mist op te lossen. Ik wil uitvaren maar de havenmeester is nog steeds niet langs geweest. Juist als ik sta te overleggen met mijn Duitse buurman wat te doen, komt hij aanrijden. Hij zucht en steunt bij iedere beweging , wat wil je als je 35 kg aan overgewicht meetorst, maar hij is bijzonder aardig. Ik ben de 2e Nederlander dit seizoen, zegt hij. Hij rekent 90 kronen, dat is de helft van het tarief in Karlskrona.
De buurman geeft nog wat tips. Ga in Kalmar niet meteen rechts te gaan liggen, want dan doe je geen oog dicht vanwege de disco op zaterdag. En de volgende ochtend heb je de lege bierklikjes aan dek liggen. Neem bij het afmeren aan een hekboei altijd de boei aan loefzijde om te voorkomen dat de lijn in de schroef komt. Ik zeg dat ik er wel tegenop zie om aan zo’n hekboei af te meren. Maar volgens hem is dat geen probleem.
Het wordt een prachtige zonnige zeiltocht naar Kalmar. Een vriendelijke bakstagwind stuwt Sielesâlt voort. Het is nog wat heiig maar in de middag ontwaar ik de gebouwen van Kalmar en de brug die Öland met het vaste land verbindt. Er is genoeg plek in de haven. Dit wordt mijn eerste ervaring met het afmeren aan een hekboei! Alles ligt goed klaar? Voorzichtig nader ik de boei en YESS ineen keer goed. Én er is iemand op de kade om mijn punt op te vangen. Zo, die hobbel is genomen.

Öland







Karlskrona Grönhögen

Er staat vrijwel geen wind als ik de zwaarbewaakte haveningang van Karlskrona achter mij laat. Het doel vandaag is Kalmar maar met deze wind gaat dat niet lukken. Al motorzeilend ga ik de hoek om richting Kalmarsund. Pas tegen half drie staat er voldoende wind om de "ijzeren dame" even rust te gunnen. Na een uurtje vind ik het mooi genoeg voor vandaag en loop de haven van Grönhögen op Öland binnen.
Öland is een langgerekt eiland, ongeveer 130 km lang en op het breedste stuk 15 km breed. Het is al sinds mensenheugenis bewoond. Bijzonder is de Alvar, een vlakte van kalksteen waar maar een heel dun laagje aarde op ligt. Door de combinatie van een dun laagje kalkhoudende grond, eeuwenlange begrazing en het feit dat de kalkrotsen de warmte lang vasthouden, is er een bijzondere boomloze vegetatie ontstaan.

Tegen de avond betrekt de lucht in snel tempo. In de verte rommelt een naderend onweer. Even later breekt de bui los. In korte tijd valt er een enorme plens water.Donar de dondergod doet weer eens van zich spreken in dit vikingenland. Ik ben op het water nooit zo erg dol op onweer. De mast van de boot is wel het hoogste punt in een grote watervlakte. Gelukkig is water ook een goede geleider en gaat het meestal goed. Ik schrik mij werkelijk het leplazerus wanneer vlakbij de haven een knetterende inslag plaatsvindt. Bij die ene voltreffer blijft het gelukkig. Het onweer drijft over maar de regen blijft aanhouden.

De andere morgen ben ik al om 6 uur op. De regen is opgehouden maar de oververzadigde lucht heeft zicht verdicht tot mist. Voor ik wegga wil ik per fiets een stukje van dit eiland verkennen. Langs de weg liggen uitgestrekte grafvelden met hier en daar een zwerfsteen die een graf markeert. Hier liggen mensen uit de ijzertijd (500 v Chr.) tot en met de Vikingentijd (rond 1000 na Chr.) begraven. Stukjes moderne cultuurgrond en oude cultuurgrond, de Alvar, wisselen elkaar af. Meer naar het noorden is een zeer uitgestrekt Alvar gebied. Bij het beschermde natuurgebied is het al druk. Groepjes vogelaars gehuld in jagerskledij en gewapend met buitenproportionele kijkers betreden dit vogelparadijs. Men is gekomen om op dit vroegochtendlijke lenteconcert bij te wonen en hoopt een glimp op te vangen van een of meer solisten. Met mijn vouwfiets voel ik mij een vreemde eend in de bijt tussen al deze geroutineerde vogelwaarnemers. Behalve de nachtegaal, wiens zang ik inmiddels wel herken, is er nog veel meer schoons te horen. Helaas is mijn kennis van vogelgeluiden marginaal zodat ik wel geniet maar jullie geen uitvoerende bij naam kan noemen.

Karlskrona



IJs in Karlskrona

De "vrije dag" in Karlskrona is zeer ontspannen. Eerst met de fiets naar een watersportzaak om iets te kopen waar ik een boei mee kan oppikken. Want eerlijk gezegd, daar zie ik tegenop omdat alleen te doen. Nou zijn er allerlei mogelijkheden van heel simpel tot geavanceerd. In Stralsund zag ik een hele simpele, door een solozeiler als ik te behappen, methode. Een lange staak van rvs die een grote haak heeft aan de ene kant, en een groot oog waar de lijn aan vastgemaakt wordt, aan de andere kant. In de zaak hebben ze twee mogelijkheden in de aanbieding een wat ingewikkelder systeem en de door mij beschreven simpele haak. Hoewel volgens de verkoper de haak niet altijd betrouwbaar is, wanneer de lijn niet strak genoeg staat, kies ik voor simpelheid. Zo laten die hekboeien nu maar komen.

Het Marinemuseum is gevestigd in een nieuw modern gebouw op het eilandje Stumholmen. Twintig jaar geleden was dit eiland nog volledig militair terrein en niet toegankelijk voor burgers. Inmiddels zijn de werkplaatsen, kantoren en andere opstallen verbouwt tot woningen, crèches, café’s en zakenpanden.
Karlskrona werd zo rond 1680 uitgekozen als basis voor de Zweedse marine. Belangrijke redenen voor deze keuze; een ook in de meeste winters ijsvrije haven en door zijn nauwe toegangen zeer goed te verdedigen.
Het museum biedt een goed inzicht in hoe de landsverdediging te water geregeld was. Nou ben ik daar niet zo erg in geïnteresseerd, dus wat ik doe daar dan? Tja, het gebouw en de ligging ervan is mooi. Verder vond ik de hal aan het water en de boegbeelden die daar getoond worden de moeite waard. Een kijkje door een periscoop die door het dak gestoken is natuurlijk ook leuk. Zo is er nog een onderwatertunnel waardoor je de resten van een wrak op de zeebodem ziet liggen. En het verslag van de tot de verbeelding sprekende gebeurtenis met de Russische onderzeeër dat ik mij ook nog goed kan herinneren. Een Russische onderzeeër wordt ontdekt in een van fjorden. De marine blokkeert alle uitgangen en de onderzeeër houdt zich koest en probeert te ontsnappen. Na dagen van spanning en onzekerheid komt de onderzeeër naar de oppervlakte. De officiële verklaring van Russische zijde luidt; een navigatie fout. Iedereen met enig nautisch besef weet dat dit je reinste onzin is, hier is zelfs sprake van uitstekende navigatie. Na enig diplomatiek gekrakeel wordt de boot na inspectie overgedragen aan de Russen. Toch interessant zo’n museum!

Verder ga ik mij te buiten aan een ijsje van megalomane grootte. De zaak is wereldberoemd in heel Zweden. De als een puntzakje ogende wafel ter grootte van een flinke patatzak, wordt continue vers gebakken en de keuze in smaken is even groot als die van Gianna Talamini in Zwolle. Ik bestel twee smaken in de veronderstelling twee bolletjes te krijgen. Tot mijn verbijstering krijg ik 5 bollen per smaak. Die puntzak moet vol! En het is niet duur. Het ijs is lekker maar zo’n delirium van ijs is zelfs op deze heerlijke zonnige dag, zowel lichamelijk als geestelijk, nauwelijks te verwerken. Terug aan boord eist het lichaam zijn tol voor deze uitspatting, ik wordt spontaan overmand door slaap, iets wat mij zelden tot nooit overkomt.

24.5.07

Hanö Karlskrona


Het is prachtig weer. Er staat een prettige wind ruim 4 Bft. die schuin van achteren waait. De zee is vlak. In tegenstelling tot gisteren is het erg helder. Het duurt dan ook heel lang voordat Hanö definitief achter de horizon is verdwenen. Dit is ontspannen zeilen. Geen grote beroepsvaart. Slechts één marinevaartuig. En dichtbij de kust, af en toe een zeilboot.
De kust is een scherengebied. Een ongelofelijke hoeveelheid eilandjes en rotsen vormt hier de rafelige landsgrens van Zweden. Hoe vind je tussen al die obstakels, waarvan sommigen geniepig net onder water liggen, een veilige vaarweg? Hoe weet ik waar ik ben als temidden van deze zinsbegoocheling vaart? Dat vraag ik mij voortdurend af. Daarom blijf voorlopig even op gepaste afstand en probeer met behulp van de kaart het driedimensionale beeld voor mij te interpreteren. Das nog niet eenvoudig. De kaart is aan tweedimensionaal beeld van boven af. De werkelijkheid is een soort doolhof waarbij niet direct te zien is wat er volgens de kaart te zien is. Eilanden worden soms afgedekt door andere eilanden. Gelukkig hebben ze boeien en andere markering uitgelegd om het varen iets gemakkelijker te maken. Die betonning is wereldwijd gestandaardiseerd. Da’s fijn. Maar toch lijkt of ieder land een eigen tongval heeft en daar moet je wel aanwennen. Bijvoorbeeld, de cardinale tonnen zijn hier als dunne staken uitgevoerd. Men gebruikt de cardinale betonning hier ook veel meer om vaargeulen te bebakenen dan in Nederland, waar veelal voor rode en groene tonnen gekozen wordt.

De aanloop naar Karlskrona ziet er op de kaart heel ingewikkeld uit, althans de hagelslag van eilandjes roept verwarring op. Het is steeds zoeken met de kijker naar de volgende boei. Is dit wel echt de goeie? Snel naar binnen nog even kijken of de elektronische kaart, met mijn positie er in zichtbaar als en rood pijltje, dit bevestigt. Dit repeterende proces gaat net zolang door tot ik veilig in de Gasthamn van Karlskrona langs de kant lig.

Hanö
















Nachtegalen op Hanö

Gisteravond op Christiansø kwam tegen zonsondergang een van de weinige plaatselijke vissers binnenlopen. Hij mant in zijn eentje een behoorlijk schip. Kisten vol kabeljauw worden aan land gebracht. De havenmeester schept ijs in de bakken. Als er schoon schip gemaakt is gaat de visser huiswaarts. Vannacht om 4.00 uur hoorde ik hem alweer uitvaren.
Er zijn geen auto’s hier alleen een soort kleine rupsvoertuigen waarop een grote bak gemonteerd is dient voor het vervoer. Ze maken wel veel herrie, de bestuurder draagt gehoorbeschermers. Gelukkig rijden ze heel incidenteel.

Met een westelijke wind 2 tot 4 Bft., een gladde zee en een versluierd zonnetje is het aangenaam zeilen. Het eiland Hanö is met deze wind rechtstreeks bezeild. Maar af en toe moet de motor bij om de vaart er in te houden. Het zicht is in het begin slecht. Wanneer na 2 minuten binnen te zijn geweest weer in de kuip kom, zie ik een groot containerschip op mij af denderen. Ik weet niet hoe snel ik de stuurlijnen moet losmaken en ga overstag. Even later vaart hij voorbij en lost al snel weer in de nevel.

Halverwege haal ik het Deense gastenvlagje naar beneden en gaat de Zweedse vlag het want in. Er patrouilleert een groot marinevaartuig. Het lijkt er op dat ze een afgebakend oefengebied bewaken. Op kanaal 16 zijn geen mededelingen.Even lijkt het erop dat ik een confrontatie met het schip krijg. Hij vaart met me mee en komt steeds dichterbij. Maar dan wendt hij de steven en vaart weg.
Vlak voor de haven van Hanö komt een stealth-achtig patrouilleboot op volle snelheid langs stuiven. Het is bekend dat de Zweden wat defensie betreft een geheel eigen koers volgt los van de Navo. Ook op het gebied van wapenontwikkeling zijn ze actief. In voorgaande berichten heb al vaker militaire activiteiten beschreven kennelijk is de Oostzee strategisch een extreem belangrijk gebied doordat ook Rusland aan deze zee grenst.

Hanö telt in de winter maar 32 personen. Zomers zijn er dat beduidend meer. De havenmeester maakt mij wegwijs over de plaatselijke bijzonderheden. Ooit waren er 40 vissers actief nu nog maar een. Oorzaak, de vis is verdwenen. Er was een jaar dat, de toen nog talrijke vloot, 8 zalmen ving gedurende het hele seizoen. Hij vertelt dat de nachtegalen nog maar 3 weken zingen dan is het voorbij. Ben ik mooi op tijd. Verder is het eiland bekend om zijn herten. Deze Aziatische soort is hier ooit ingevoerd en gedijt goed.

Tegen zonsondergang maak ik een wandeling naar het hoogste punt waar de vuurtoren staat. Op plekken waar veel onderbegroeiing is hoor je nachtegalen. Het zijn er veel. Achter de vuurtoren sta ik onverwachts voor een drietal herten. Een volwassen hinde met een donkergetinte halfvolwassen hinde en een jonge bok, met slechts aan een kant een gewei in ontwikkeling. Later zie ik een groep van 16 herten die rustig liggen te herkauwen. Ze zijn extreem waakzaam. Hoewel ik op grote afstand ben houden ze mij nauwlettend in de gaten. Ook zij bewaken hun grenzen goed.


Christansø






Rønne Christiansø

Er is niet veel wind maar wel prachtig weer. De halfwinder nog een tijdje gehesen maar de wind is te wispelturig. Dus die gaat er weer af.

Ik rond de noordpunt van Bornholm en daarna moet ik kruisen om Christiansø te bereiken. Het gaat met een matig gangetje. Voor het eerst zie ik twee grote visserschepen. Tot nu toe alleen heel bescheiden scheepjes gezien. Deze twee trawlers vissen in span, ze trekken samen een groot sleepnet. Maar ik zit nu ook op diep water 70 meter of meer. De dieptemeter kan het af en toe niet aan en geeft dan alleen "deep" op de display.

Het is heiig zodat ik Christiansø pas zie als ik er al dicht bij ben.
Als ik de haven binnenvaar zitten een 100-tal toeristen te wachten op de veerboot, die hun terug naar Bornholm zal brengen. Zodra ze weg zijn daalt de rust over het eiland. Ik zwerf wat rond tussen de kleine huisjes met ommuurde tuintjes. De muurtjes zijn nodig om een microklimaat te creëren waardoor de planten kunnen gedijen. Op de versterkte vestingpunten staan overal goed onderhouden kanonnen, maar daar je win je nu de oorlog niet meer mee. Mensen zitten wat te drinken in de tuin. Er wordt in de volkstuin gewerkt en men heeft een praatje met elkaar. De plaatselijke werklui, waaronder de havenmeester drinken gezamenlijk een pilsje. Er heerst een sfeer als in de film "Il Postino".

Behalve Sielesâlt ligt er nog een Deens jacht en een Zweeds jacht. Het zijn eigenlijk twee eilandjes, Christiansø en Frederiksø. Ø betekent eiland in het Deens en deze zijn genoemd naar twee Deense koningen. Er wonen nog geen 100 mensen op het eiland, dat valt onder het ministerie van Defensie. Huisdieren zijn er verboden. Het Deense jacht heeft een hond aan boord. In overleg met de havenmeester, mag de hond aangelijnd zijn behoeftes doen, op een aangewezen stukje terrein.

Later komt nog een Pools jacht binnen. De vier mannen aan boord zijn drùk bij het afmeren. Zelfs als ze voor de kant liggen worden er nog aanwijzingen geschreeuwd en de motor ingezet, terwijl het zo eenvoudig en rustig kan. Zou het in het dagelijks leven ook zo gaan? Mensen die zich vreselijk druk maken en druk doen terwijl met minimale middelen hetzelfde resultaat of beter bereikt kan worden?

Dan keert de vredige rust terug op dit voormalig defensie bolwerk. Behalve het gekabbel van de golven hoor je het gejammer van de meeuwen en het gemompel van de eidereenden. Het water is ongewoon helder, ik kan de bodem op 5 meter goed zien.
Zal ik een nog een dag blijven? De gedachte aan een horde dagjesmensen die de rust komen verstoren brengt mij van dit idee af. Ik ben al weg voor ze er zijn.

20.5.07

Bornholm ter land

Gisteravond laat ging ik nog even in de kuip staan om van de prachtige nacht te genieten. Het was helder en het “steelpannetje” van de Kleine Beer stond recht boven mijn hoofd. Er was geen wind en het water in de haven vrijwel glad. Het grote Belgische fregat was volop verlicht en af toe schalde een metalige stem door de luidsprekers met een of andere opdracht. De veerboot naar Ystad sloop de haven uit. Ver weg hoorde je dat een vrouwenstem aan boord mededelingen omriep. Eventjes was het of ik op een andere planeet was terechtgekomen. Je bent je gewaar van een wereld maar alleen als beschouwer, je maakt er geen deel van uit. Dan staat er ineens iemand naast de boot en reikt mij een fles bier aan. Terug op aarde raak ik daarna in gesprek met deze man uit Greifswald die, samen met vrienden, nu 4 dagen onderweg is ter gelegenheid van, je raadt het al, Herrentag. Maar hij is zó blij met dit uitje. “Het lijken wel 14 dagen”, zegt hij. Vooral Christiansø vond hij een hoogtepunt. Met name het vissen op kabeljauw, de zonsondergang en de eenvoud van het eiland vond hij kortweg, “Total geniessen” Ze hadden 10 grote kabeljauwen gevangen en maar een klein vriesvak, dus werden ze maar gebakken en opgegeten. En hij strijkt nog eens liefdevol over zijn dikke buik. Morgenvroeg om 4 uur gaan ze verder, terug naar huis. Met een handdruk neem ik afscheid van hem.

Om wat meer faciliteiten te hebben zoals een wasmachine en internet, verkas ik naar de grote jachthaven. De was heb ik lang uitgesteld maar nu moet het gebeuren.

Het is prachtig weer om per fiets een stuk van het eiland te verkennen. Een goed aangegeven fietspad voert mij door een bos langs de kust naar het noorden. Het is heerlijk om even niet op het water of een stadsomgeving te zijn maar weer eens in de frisse boslucht. Alle planten en bomen zijn hier later dan bij ons. Veel bosanemonen, orchideeën, vogelmelk en slanke sleutelbloemen staan in bloei. Omdat ik steeds noordelijker ga, reis ik als het ware met de lente mee naar het noorden. Zo beleef ik dus een extra lange lente in de herfst van mijn leven.
Ik zie veel vogels waaronder bonte kraaien, een appelvink, zwartkop, geelgors en zaagbekken zowel de grote als de middelste. Het zijn voor mij vogels die ik tot nu toe weinig gezien heb. Dat wil zeggen, vroeger zag ik in de winter altijd bonte kraaien op de akkers. Maar ik kan mij niet heugen wanneer ik ze in Nederland gezien heb.
Langs de kust zijn hele kleine haventjes. Met daarbij kleine, kleurige huisjes en visrokerijen. Nu idyllische plekjes maar rond 1900 werd hier door de vissers een harde strijd gevoerd om te overleven.
In het binnenland zijn tussen 1150 en 1250 op een aantal plekken ronde kerken gebouwd. Uit veiligheidsoverwegingen uren gaans van de kust,. Het zijn behalve kerken ook versterkte schuilplaatsen geweest wanneer piraten op hun plundertochten Bornholm bezochten. Het binnenland is golvend en bedekt met koolzaad, wat hier dus nog wel bloeit, en vooral graangewassen. Maar ook zijn er veel bosjes wat het landschap minder eentonig maakt.
Opeens voert het fietspad langs een veld met, het lijken op het eerste gezicht wel menhirs, maar het blijken beelden van graniet te zijn van de kunstenaar Ole Cristansen, die hier gewoond en gewerkt heeft. Aan de achterkant van het huis (van de kunstenaar?) is nog een veld met deze levensgrote levende stenen.

Bornholm