Pagina's

17.5.07

Herrentag

Het is koud, het waait en het regent op deze Hemelvaartsdag in Stralsund. Verkleumde mensen met opgestoken paraplu’s verdringen zich rond een kleine viskotter die als viskraam is ingericht, voor een Bismarck- of een matjeshering. Jongelui hangen wat rond met een fles bier in de hand.

Ooit was Stralsund net zo rijk en belangrijk als Lübeck. De stad is in de oorlog gebombardeerd door de Engelsen. Na de oorlog stak men het geld van de wederopbouw liever in “moderne” woonkazernes in de buitenwijken, dan in het oude erfgoed. Dat is nog goed te zien. De vele lege plekken in de bebouwing, ontstaan door bommenschade, zijn nooit ingevuld. Wat is blijven staan is tot aan de “Wende” nauwelijks onderhouden. Soms prachtige panden, maar met enig achterstallig onderhoud en dat is eufemistisch uitgedrukt, wachten op een nieuwe eigenaar met geld. Maar er is al heel veel gebeurd. Straten zijn of worden opnieuw geplaveid. Kostbare oude panden zijn hersteld. Veel van de oude huizen en winkels zijn gemoderniseerd en de buitengevels zijn opnieuw gestuukt en geverfd. De stad heeft weer kleur gekregen. Het DDR grauw is aan het verdwijnen.

Ik ga een grote kerk binnen. Bij de ingang staan jongens met oranje hoedjes en een fles bier in de hand. Gaat het hier om een verloren generatie? In het voorportaal kun je recht tot boven in de toren kijken. De kerk, hoe kan het ook anders, wordt ook onderhanden genomen.

De winkelstraten worden al gedomineerd door zaken als C&A en Murphy & Nye, maar soms zie je nog een kledingzaakje met het DDR stempel. Daar loopt alweer een groep jonge mannen met een fles in de hand luidkeels leuzen roepend als bij een voetbalwedstrijd. Ze zeulen een bolderkar mee versierd met seringen of is dat om de kratten bier te verbloemen?

De tegenstellingen uitgedrukt in de staat van de gebouwen, maar ook zichtbaar in het gedrag van mensen, maken dit tot een boeiende stad. Het is een stad die nog worstelt met het vinden van een nieuwe identiteit. In het café Fischermann, bij de haven, zit ook al weer een grote luidruchtige groep opgeschoten jongens aan een tafel bier te drinken. Ik vraag aan de serveerster wat er toch aan de hand is met al die jongelui. Ze antwoordt: “Heute ist Herrentag”, en ze maakt een universeel gebaar van iemand die een fles bier achteroverslaat.

De ophaalbrug die een obstakel vormt voor de doorvaart naar het zuiden draait maar 3 keer per dag. Om 17.20 is de laatste keer. Even na de opening komt een kleine vloot zeilboten de haven in. Het gaat allemaal gepaard met veel bravour en motorgeweld. Voor de zekerheid ga ik maar aan dek staan om schade te voorkomen. Ondanks dat er 5 of meer mannen aan dek staan, vrouwen zeilen in Duitsland kennelijk heel weinig, ligt menig boot bij het aanleggen dwars in de box. Na een kwartier is iedereen afgemeerd en kan er gedronken worden.

Tegen de avond begint de wind weer aan te wakkeren en opnieuw regent het. Vanaf de kade dringen flarden dronkemansgezang tot de kajuit door. In de kuip van het schip naast mij, staat een man in zijn blootje zich in te zepen. Onder het uitstoten van enkele oerkreten spoelt hij zich af met koud water. Heute ist Herrentag.