Pagina's

4.5.07

Borkum

De jachthaven bestaat uit wrakkige steigertjes. Wij hebben er één keer gelegen. Geen leuke haven.
Daarnaast is de grote haven. Twintig jaar geleden was dat een drukke haven waar witte passagiersboten af- en aanvoeren. In die tijd kon je in Borkum nog belastingvrij inkopen doen. Nu kan dat, in beperkte mate alleen nog op Helgoland. In een nog verder verleden was dit een marine haven. Op het terrein staan her en der desolate gebouwen, ooit onderdeel van een kazerne. Vandaag op 4 mei geeft dat een gemengd gevoel. Zeker ook omdat ik net het levensverhaal van Hella de Jonge heb gelezen, waarin ze zich weet te bevrijden van de oorlogstrauma’s van haar ouders, die ook haar leven voor een groot deel bepaalde.

Maar dat je in die grote haven ook goed kon afmeren wisten wij niet. Tot iemand zei: “Je moet in de grote haven gaan liggen, bij de twee dwergen”. Sindsdien liggen wij alleen nog maar in de Burkana-hafen, die nu WBB-hafen heet. De twee dwergen is de liefkozende aanduiding van twee mannen met een Limburgse tongval, klein van stuk maar groot van hart en inzet, die als havenmeester het bevel voeren over drie pontons van deze enorme haven. Ooit zijn ze hier gestrand met hun prachtige zeillogger de “Cleone”, die nu als een historisch monument op de kant staat te dromen van vroeger.
Het bureau is een ogenschijnlijke chaos, maar ze hebben alles wat een zeiler nodig heeft. Je kunt er internetten, brood bestellen, de was doen, het weer raadplegen en goede raad vragen voor de volgende etappe. Een goed georganiseerde anarchie, want waag het niet om zo maar een afvalzakje te dumpen zonder eerst alle papier, metaal en glas te scheiden. Het heeft de sfeer van de jaren zeventig. Voor het raam papyrus- en citroenplanten en geraniums. Ook de dwergen dragen hier aan bij door het lange haar in een paardenstaart te dragen. Dit alles maakt dat Borkum aandoen toch een beetje thuiskomen is.