Pagina's

4.5.07

Zout-Zoet-Zout

Vlieland is mooi maar het noorden trekt. Hoewel de wind iets is afgenomen blijft hij in de verkeerde hoek. Buitenom is nog geen optie want de wind zal ’s middags weer aantrekken tot 5 Bft. Wij gaan van zout naar zoet water, dus naar Harlingen. Dan verder binnendoor tot Lauwersoog. Afhankelijk van de weerberichten ter plaatse kunnen wij nog verder naar Delfzijl maar liever weer naar buiten met als opties Borkum, Nordeney, Helgoland of Cuxhaven.

Tineke en Nico zwaaien ons uit op het havenhoofd van Vlieland. Ze hebben een fles met onbekende inhoud achtergelaten, pas te openen in Stockholm. Aanvankelijk waait er na vertrek van Vlieland een windje 4 Bft. Maar al snel begint hij weer aan te trekken naar 5 later 6 Bft met enkele uitschieters naar 7 Bft. Blij dat wij ons niet hebben laten verleiden om buitenom te gaan.Wij hebben te veel zeil op en moeten een rif zetten. De schoot van de fok blijft haken achter een luchthapper. Een droge knal en de luchthapper is in zee verdwenen. Na de Tjerk Hiddessluizen gaan wij scherp stuurboord uit om in het haventje van de watersportvereniging af te meren. Na de ruige zee is hier een oase van rust. Geen wind en een aangename late avondzon.

Woensdag om 8.30 uur motoren wij richting Franeker. Rond het middaguur door Leeuwarden. Als het aan An ligt stoppen wij in iedere plaats om te shoppen en doen wij drie dagen over dit traject. Maar zo komen wij nergens. Dus ben ik streng en varen wij door via Dokkum, nog zo’n verleidelijk stadje, naar Lauwersoog.

Morgen naar zout??
Donderdag. Ja, het moet kunnen. Hoewel het tij, omdat wij geen zin hebben om 3.30 uur al op te staan, bijna de hele weg tegen zal zijn, gaan wij toch naar Borkum. Maar met wind 3 á 4 Bft. uit NO valt er misschien ook nog wat te zeilen. Het wordt een prachtige zeildag. De bewolking, wij waren bijna vergeten hoe die er uitziet, lost snel weer op. Schiermonnikoog ligt in het zonlicht te schitteren. Via het Plaatgat laten wij de kust achter ons en zeilen het Huibergat in. Er staat een rustige zeegang en een frisse bries. In verte ligt Rottumerplaat. Het onbewoonde eiland waar Jan Wolkers enige tijd mocht verblijven en waar het boek De Wadden o.a. overgaat. Even later Rottumeroog. Dan doemt de skyline van Borkum op. Hoogbouw aan de Noordzeekant; zò anders dan een van de Nederlandse waddeneilanden. Wij varen de jachthaven voorbij en meren af in de Arkana-haven bij de twee dwergen!

Vrijdag
An gaat vandaag van boord. Met de boot naar Eemshaven. Daar staat een taxi klaar die haar naar Roodeschool brengt. Vandaar de trein naar Groningen en naar huis. Ze wil mij goed verzorgd achterlaten en is de hele ochtend bezig met wassen, opruimen en mij vertellen waar ze het een en ander heeft gestouwd. Om half drie nemen wij afscheid op pier een emotioneel moment. Om drie sta ik op het ponton met de verrekijker te kijken naar een eenzaam figuurtje aan dek die staat te zwaaien. Ik zwaai terug tot ze uit het zicht verdwijnt. Ik verbijt een traan. Jan Wolkers zou zeggen: “Sterk spul dat Fisherman’s Friend”.