Pagina's

20.5.07

Bornholm ter land

Gisteravond laat ging ik nog even in de kuip staan om van de prachtige nacht te genieten. Het was helder en het “steelpannetje” van de Kleine Beer stond recht boven mijn hoofd. Er was geen wind en het water in de haven vrijwel glad. Het grote Belgische fregat was volop verlicht en af toe schalde een metalige stem door de luidsprekers met een of andere opdracht. De veerboot naar Ystad sloop de haven uit. Ver weg hoorde je dat een vrouwenstem aan boord mededelingen omriep. Eventjes was het of ik op een andere planeet was terechtgekomen. Je bent je gewaar van een wereld maar alleen als beschouwer, je maakt er geen deel van uit. Dan staat er ineens iemand naast de boot en reikt mij een fles bier aan. Terug op aarde raak ik daarna in gesprek met deze man uit Greifswald die, samen met vrienden, nu 4 dagen onderweg is ter gelegenheid van, je raadt het al, Herrentag. Maar hij is zó blij met dit uitje. “Het lijken wel 14 dagen”, zegt hij. Vooral Christiansø vond hij een hoogtepunt. Met name het vissen op kabeljauw, de zonsondergang en de eenvoud van het eiland vond hij kortweg, “Total geniessen” Ze hadden 10 grote kabeljauwen gevangen en maar een klein vriesvak, dus werden ze maar gebakken en opgegeten. En hij strijkt nog eens liefdevol over zijn dikke buik. Morgenvroeg om 4 uur gaan ze verder, terug naar huis. Met een handdruk neem ik afscheid van hem.

Om wat meer faciliteiten te hebben zoals een wasmachine en internet, verkas ik naar de grote jachthaven. De was heb ik lang uitgesteld maar nu moet het gebeuren.

Het is prachtig weer om per fiets een stuk van het eiland te verkennen. Een goed aangegeven fietspad voert mij door een bos langs de kust naar het noorden. Het is heerlijk om even niet op het water of een stadsomgeving te zijn maar weer eens in de frisse boslucht. Alle planten en bomen zijn hier later dan bij ons. Veel bosanemonen, orchideeën, vogelmelk en slanke sleutelbloemen staan in bloei. Omdat ik steeds noordelijker ga, reis ik als het ware met de lente mee naar het noorden. Zo beleef ik dus een extra lange lente in de herfst van mijn leven.
Ik zie veel vogels waaronder bonte kraaien, een appelvink, zwartkop, geelgors en zaagbekken zowel de grote als de middelste. Het zijn voor mij vogels die ik tot nu toe weinig gezien heb. Dat wil zeggen, vroeger zag ik in de winter altijd bonte kraaien op de akkers. Maar ik kan mij niet heugen wanneer ik ze in Nederland gezien heb.
Langs de kust zijn hele kleine haventjes. Met daarbij kleine, kleurige huisjes en visrokerijen. Nu idyllische plekjes maar rond 1900 werd hier door de vissers een harde strijd gevoerd om te overleven.
In het binnenland zijn tussen 1150 en 1250 op een aantal plekken ronde kerken gebouwd. Uit veiligheidsoverwegingen uren gaans van de kust,. Het zijn behalve kerken ook versterkte schuilplaatsen geweest wanneer piraten op hun plundertochten Bornholm bezochten. Het binnenland is golvend en bedekt met koolzaad, wat hier dus nog wel bloeit, en vooral graangewassen. Maar ook zijn er veel bosjes wat het landschap minder eentonig maakt.
Opeens voert het fietspad langs een veld met, het lijken op het eerste gezicht wel menhirs, maar het blijken beelden van graniet te zijn van de kunstenaar Ole Cristansen, die hier gewoond en gewerkt heeft. Aan de achterkant van het huis (van de kunstenaar?) is nog een veld met deze levensgrote levende stenen.