Pagina's

13.5.07

Lübeck

Gisteren ben ik naar Travemünde gevaren. Ooit kwam ik hier aan land na een tocht per motor door Denemarken. Er komen en gaan hier heel veel veerboten. Travemünde is een chique, enigszins stijve badplaats. Compleet met een groot Kurhaus, prachtige villa´s en heel veel groen. Er is echter één dissonant, een meer dan 100 m hoog flatgebouw, direct bij de haveningang. Als zeiler was ik blij met dit "landmark" maar uit esthetisch oogpunt is het onverantwoord.

Ik vraag de havenmeester hoever het naar Lübeck is, over land wel te verstaan. " Een half uur met de bus", is het antwoord. "En hoelang op de fiets?" Hij kijkt mij aan of ik ter plekke rijp ben geworden für's Irrenhaus. Na enige aarzeling geeft hij toe dat dit misschien ook tot de mogelijkheden zou kunnen behoren. In dat geval heb ik zeker een uur nodig. Als ik het kantoor verlaat schudt hij meewarig het hoofd.

Lübeck is een hanzestad net als Zwolle. De Hanze was een verbond van handelssteden van Belgie tot Estland die onderlinge afspraken hadden over standaarden, prijzen en onderlinge bescherming. Of Neelie dit goedgekeurd zou hebben is zeer twijfelachtig. Lübeck was binnen de Hanze een van de belangrijkste en rijkste steden. Ook hier is het oude stadscentrum omgeven door water. Maar Lübeck`s Altstadt is veel groter en minstens zo mooi en gevarieerd als Zwolle. De stad straalt rijkdom uit. Grote kerken, panden met prachtige gevels, veel goed bewaard gebleven middeleeuwse gebouwen. Moderne panden soms met kleurrijke gevels zijn met gevoel voor harmonie ingepast in het bestaande patroon.
Toen de grote kerk gebouwd werd was de duivel toevallig ter plekke. In de vaste overtuiging dat hier een herberg gebouwd ging worden van ongekende grootte, hij was kennelijk niet erg slim, mengde hij zich onder de werklieden en hielp vol ijver mee aan de bouw. Dankzij zijn onvolprezen ijver en inzet van zijn bijzondere krachten vorderde de bouw sneller dan voorzien. Toen de bouw bijna voltooid was drong pas tot hem door wat voor een onvergeeflijke goede daad hij had begaan. Vertoornt, haalt hij een steen ter grootte van een halve obelisk. Met dit projectiel gewapent, kiest hij het zwerk, om met een kamikaze-achtige duikvlucht het bouwwerk onherstelbare schade toe te brengen. Net voordat hij zijn euvele daad zal voltrekken wordt hij opgemerkt door een alerte ambachtsman die, kennelijk gezegend is met holistisch inzicht, de aard van de situatie doorziet. Hij roept: " Stop!! Wij gaan ook een dranklokaal bouwen!! De duivel enigszins van zijn à propos en ook niet ontevreden met het aanbod, laat de steen vallen. Tot opluchting van clerus en gildelieden komt de steen net voor de muur van de kerk terecht. En daar ligt hij heden-ten-dage nog steeds.
Toevalligerwijs raak ik verzeild bij een botendoop. 3 Skiffs, een ongestuurde boordtwee, een ongestuurde vier en een acht zijn zojuist gedoopt en zullen nu voorgeroeid worden. Het is een gebeurtenis in stijl met een hoog blauwe~blazer~gehalte. Bij de Zwolsche gebeurt dit ook regelmatig maar een bloemkrans tegen de waterkering, nee dat hebben wij nog niet verzonnen.