Pagina's

29.12.11

Zilte Zeilverhalen: Kerstmist

Zilte Zeilverhalen: Kerstmist

Kerstmist


De man aan de helmstok rilt van de kou.Van extra laagjes heeft hij nog nooit gehoord. Desondanks geniet hij van de stilte, slechts onderbroken door de geluiden van overvliegende ganzen. Het strijklicht van de ondergaande zon kleurt de opkomende mistflarden zacht roze. Alsof hij in een driedimensionaal schilderij van Turner vaart. Maar het wordt nu snel kouder. De wind is helemaal weggevallen. Hij strijkt de zeilen en start de “ijzeren dame”. Met een comfortabele 5 knoop glijdt hij naar de ontmoetingsplek. Hij tuurt ingespannen, van onder zijn zwaar bedauwde wenkbrauwen, om zich heen. Zijn ogen vinden, in deze steeds dikker wordende mist en de snel invallende duisternis, geen enkel houvast. Hij luistert of er nog andere scheepsgeluiden te horen zijn. De mist smoort alle geluiden. Hij besluit om wat gas terug te nemen. Maar voordat hij de hendel kan pakken schokt de boot, de boeg duikt sterk naar beneden en hij verliest zijn evenwicht. Hij is aan de grond gelopen! Ontgoocheld kijkt hij om zich heen en een voor kerstavond minder geschikte krachtterm ontsnapt aan zijn lippen. Allerlei doemscenario’s flitsen door zijn hoofd. Maar dan doet de adrenaline zijn werk en komt hij in actie. Gas terug en dan voluit in de achteruit. De oude Volvo Penta loeit als een gewond dier en trekt de spiegel naar beneden. Na een half uur vruchteloos pogen, waarbij hij alle trucs probeert om beweging in het schip te krijgen, geeft hij het op. De motor zwijgt. Tijd voor bezinning.

Hij was eerder die dag om 11.30 uur vertrokken onder een strak blauwe hemel. Er stond een koude  noordoostenwind, windkracht 3. Precies op de afgesproken tijd kreeg hij een sms-je met de positie, waar hij om 17.00 uur werd verwacht. Hij had de positie in de kaart gezet en geglimlacht. Het was nog 22 mijl varen maar met halve wind zou dat een heerlijke tocht worden. Bovendien voelde hij zowel een lichte spanning als nieuwsgierigheid naar wie en wat hij daar zou aantreffen.

Afgelopen jaar zat hij niet lekker in zijn vel. Alles ging goed en toch knaagde er iets van binnen. Geen burn-out maar meer een existentiële crisis. “Waartoe zijn wij op aarde?” en dat soort vragen maar dan wat eigentijdser geformuleerd. Als escape had hij deze oude boot gekocht. Het zeilen had hem een nieuw gevoel van vrijheid gegeven. Vorig jaar had hij de kerstdagen bij zijn ouders doorgebracht. Maar al die goedbedoelde aandacht had hem benauwd. Het had hem neerslachtig gemaakt. Dit jaar moest het anders. Zijn oog was gevallen op een kleine advertentie in de Drietand. ‘Kerstvieren met je eigen boot, op een verrassende locatie! Ben je alléén of met partner en tussen de 35 en 55 jaar en zoek je iets anders dan de traditionele kerstviering? Bel nu, gevolgd door een 06 nummer.’ Hij had gebeld. De vrouw die opnam had een prettige stem en wat ze vertelde over de bijeenkomst sprak hem aan. Geen reli- noch een relatiebijeenkomst, maar een ontmoeting van gelijkgestemden die behalve de vrijheid op het water ook de vrijheid van denken zochten. Gezien zijn beperkte culinaire kwaliteiten zou hij een bijdrage leveren aan het kerstontbijt door te zorgen voor gevarieerd brood, eieren en vers geperst sinaasappelsap. Iedere deelnemer zou op 24 december een sms-je ontvangen met de exacte positie van de locatie. Gezien zijn thuishaven kreeg hij het advies om in ieder geval vóór 12.00 uur te vertrekken.

Hij zit stil en luistert scherp maar er is geen enkel geluid te horen. Hij pakt zijn mobi en toetst het 06 nummer van de organisator in. Geen bereik, ook dat nog! Dat wordt vervelend. Hij heeft geen marifoon aan boord. Hij overweegt om hard te toeteren of om een vuurpijl af te schieten, maar verwerpt beide mogelijkheden. Gezien tijdstip en omstandigheden is de kans op succes nihil. Bovendien bevindt hij zich weliswaar in een ongewenste, maar zeker geen gevaarlijke positie. De radarreflector hangt permanent in het want en hij hijst het energiezuinige LED ankerlicht aan het voorstag. De kans om overvaren te worden  is uiterst gering. Vrachtverkeer komt hier niet en vissers, veelal afkomstig uit godvrezende gemeenten, zitten allemaal thuis.

Hoe is hij hier verzeild geraakt? Vertwijfeld kijkt hij nog eens op de kaart. Er moet hier toch water genoeg staan? Het is weliswaar een oude kaart, Editie 1985 staat er onderaan, maar hij had zich er afgelopen zomer nog prima mee gered van Lelystad naar Urk en terug. Opeens herinnert hij zich vaag dat Rijkswaterstaat plannen had om een bepaalde delen van deze grote plas om te vormen tot nieuwe natuur. Een nieuw eiland en ondiepe foerageerplaten maakten deel uit van de plannen. Dat zal toch niet hier zijn! Hij krijgt het er warm van. Wat is hij toch eigenlijk een sukkel. Hij beseft dat dit soort gebeurtenissen exemplarisch zijn voor zijn leven tot nu toe. Vaak voer hij nog op een oude, niet bijgewerkte kaart, terwijl anderen de bakens allang verzet hadden en een nieuwe koers waren ingeslagen. Kennelijk zijn strandingen dan onvermijdelijk. Wat wekelijkse  therapiesessies met aromatherapie niet vermochten dringt nu ineens helder tot hem door. Hij is weliswaar nog steeds slachtoffer maar hij beseft dat hij ook dader is.

Hij schrikt op uit zijn overpeinzing als hij een geluid meent te horen. Hij haast zich aan dek waar hij een regelmatig geplons hoort.  Dat lijkt wel een roeiboot. Hij begint te roepen. “Hallo is daar iemand?” Hij hoort stemmen en iemand roept, ”Wij komen er aan”. Even later komt een roeiboot met daarin twee mannen langszij. “Ben jij Dirk van de Just Blue?”, vraagt één van hen. “Ja, dat klopt” zegt hij verbaasd. “Mooi, dan is de club compleet. Wij maakten ons al zorgen over het ontbijt” zegt de man lachend. Hij stelt zich voor als Hans “En dat is Reinout” zegt hij, wijzend op de bebaarde roeier die hem met sympathieke pretogen aankijkt. “Geef je spullen maar aan en neem een slaapzak en dergelijke mee. Er is vast nog wel ergens een kooi over. Morgen bij daglicht halen wij jouw boot wel van de plaat” zegt Hans. Terwijl Reinout met krachtige slagen roeit, vertelt Hans hoe ze hem gevonden hebben. “Jij was de enige die nog gemist werd”, zegt hij “En toen kwam ik op het idee om de radar in de gaten te houden. En daar zagen wij een boot die op een mijl afstand stil kwam te liggen.” “Ik heb via de marifoon een paar keer een oproep gedaan maar daar kwam geen antwoord op. Wij waren bijna zeker dat jij het was, dus zijn wij in de bijboot gestapt met een handheld GPS.”

Na een kwartier doemen silhouetten van jachten op die aan een steiger van een opgespoten eiland liggen. Vanaf de kant klinken stemmen. “Daar zijn ze!” “Welkom schipbreukeling” zegt een vrouwenstem die hij herkent van het telefoongesprek. “Je zult het wel koud hebben”, zegt ze en stelt zich voor als Miranda. Ze neemt hem bij de arm mee naar wat tot zijn verbazing een yurt blijkt te zijn. Binnen is het behaaglijk warm door een brandende houtkachel. De tent is sfeervol verlicht door een aantal olielampen. Op de grond liggen kleden en zo’n twintigtal mannen en vrouwen zitten op kussens. Er heerst een levendige verwachtingsvolle atmosfeer. “Wat wil je drinken? Thee, bisschopswijn of liever een borrel?” “Graag een borrel”, zegt hij. Terwijl hij genietend nipt aan een oude Rutte, neemt Hans het woord. Dirk begrijpt dat ze op hem gewacht hebben. Dat vervult hem zowel met schaamte als met een warm gevoel. Als Hans uitgesproken is begint er iemand trompet te spelen. “I am sailing” van Rod Stewart  en daarna “Stille nacht”. Dirk glijdt weg in herinneringen. Hij is weer die kleine jongen van 5 die, wakker geworden van wonderlijke muziek, het gordijn opzij schuift en vol verbazing kijkt naar drie blazers van het Leger des Heils die, in het licht van de lantaarnpaal, “Stille nacht” spelen terwijl sneeuwvlokken gestaag uit de hemel vallen. Iedereen blijft even stil in gedachten in de vlammen staren. Alleen het knapperen van het haardvuur is te horen.

Dan begint Miranda met het voorlezen van het kerstverhaal; “De man aan de helmstok rilt van de kou.Van extra laagjes heeft hij nog nooit gehoord. Desondanks geniet hij ………………..”

28.11.11

Kenia



Aankomst
“De paraplu kun je wel thuislaten en een jasje heb je daar ook niet nodig!” zegt Anneke als wij aan het pakken zijn voor de reis.

De eerste ochtend in Kenia begint aan de Indische Oceaan. De zee die vannacht bulderend tegen de met boomstammen versterkte strandafscheiding sloeg, heeft zich 200 meter teruggetrokken. Midden op het parkachtige terrein van Mbuyu Beach Bungalows staat een enorme baobab boom die ook verantwoordelijk is voor de naam van het resort. ‘Mbuyu’ is Swahili voor baobab. De zonverlichte boom steekt prachtig af tegen de donkere lucht boven zee, die echter weinig goeds belooft. Even later komt de regen in bakken naar beneden.
 Foto: Strand Mbuyu Beach Bungalows


 Foto: Baobab-boom Mbuyu Beach Bungalows


Het blijft regenen en de meewarige blikken die mijn bergschoenen ten deel vielen aan het begin van de reis, zijn verandert in jaloerse blikken. ’s Avonds is het even droog maar daarna regent het weer aan één stuk door. De zevendaagse verwachting voor Kenia is ook al niet optimistisch, er wordt regelmatig regen verwacht. Het weer is ook hier duidelijk van slag.

Naar Jego
Charles, de chauffeur van het hotel, brengt ons naar Jego. Vlakbij de grens met Tanzania, bij het plaatsje Lunga Lunga slaan wij linksaf een zandweg op, richting Vanga.
Mr. Pashua heeft op zijn erf vier huizen waarvan er twee in aanbouw zijn voor zijn zoons. Ons kampement is gepland vóór het huis in aanbouw dat het dichtst bij de school staat, maar wij twijfelen nog of wij de tent buiten zullen opzetten. De zoon heeft ons namelijk het gebruik van het huis aangeboden. Aangezien het dak waterdicht is, lijkt dat misschien wel een aantrekkelijker optie. Twee kamertjes hebben een afgewerkte betonvloer. De rest van de ruimtes heeft zand of puin als vloer. Wim en Maryvon zetten de tent binnen op maar Anneke geeft de voorkeur aan buiten slapen.

Ondertussen zijn vier mannen bezig om een tijdelijke wc te maken. Een gat in de grond, er omheen een vierkant raamwerk van rechte takken die worden behangen met palmbladen, een rijstzak fungeert als ‘deur’ en klaar is onze latrine.






Foto’s: Mwanajuma en Mary

 












Het is inmiddels traditie geworden dat Mary en Mwanajuma, beiden lid van de ouderraad, voor het eten zorgen. Ze richten binnen een veldkeuken in met de kookspullen die Wim en Maryvon permanent in Jego opslaan.

Jego Primary School





Onze tent staat onder een grote boom. Het is vlakbij de school maar de ouders hebben onlangs een afrastering van prikkeldraad gemaakt om het schoolterrein te vrijwaren van loslopende koeien en geiten, die de jonge aanplant bedreigen. Dat betekent dat wij een omweg moeten maken om op school te komen. De school bestaat uit een drietal vaste gebouwen. De lokalen staan vol bankjes en aan de wand hangen, door de docent getekende, instructieplaten. Vaak is er een ‘speelwinkeltje’ bestaande uit, een kastje met een paar planken waarin allerlei spulletjes staan. In de hoek een tuintje van één bij één meter. De verschillen per lokaal zijn groot. De ene docent heeft alles overzichtelijk neergezet, mooie platen gemaakt en het winkeltje en het tuintje zien er verzorgd uit. Andere lokalen zijn vies, chaotische opstelling van bankjes, waarvan sommige kapot zijn en ook de aankleding is verweerd of ontbreekt.



Foto: Tuintje en winkeltje in het klaslokaal

Achter de school bevindt zich een groot sportveld, daar zijn de onlangs gebouwde wc’s te vinden en is ook een tuin waar men, bij wijze van proef, passievruchtbomen heeft aangeplant. Een grote watertank wordt gevoed door een deel van het regenwater dat, via de goten van het schooldak, naar de tank geleid wordt.

Anneke pakt de grote tas met Engelstalige boeken uit. Boeken die zij via Biblionef heeft gekregen. De docenten zijn zeer geïnteresseerd. Samen met Sarah, de docente Engels, bepaalt Anneke het niveau van de boeken. Wij nemen een stapeltje mee en gaan naar een klaslokaal waar op dat moment géén docent aanwezig is. De kinderen gaan naast de bank staan en begroeten ons. Ik neem een groepje apart en laat de leerlingen om de beurt een pagina lezen. Sommigen doen dat graag en lezen vlot. Maar anderen vinden het doodeng en komen maar moeizaam door de tekst. Maar het verhaal boeit kennelijk wel want ze weten van geen ophouden. Af en toe leg ik een begrip uit dat ze niet kennen, bijvoorbeeld ‘email’.

Dagelijks leven
Naast de tent hebben wij drie schoolbankjes tegen elkaar gezet. Een gezellig kleedje erop.
Het ontbijt bestaat uit oliebolletjes met een suikerkorst en zoute koekjes.

Mwanajuma heeft heerlijk vegetarisch gekookt. Said Kengo, de deputy headteacher eet mee. De nachtwachten, Mr Athumani Bassho en Mr Nganzy, komen er bijzitten. Iedereen drinkt het liefst koffie, iets wat ze vrijwel nooit drinken omdat het te duur is. De nachtwachten krijgen een LED lantaarn die opgeladen kan worden via een ingebouwd zonnepaneeltje of als er geen zon is, door één à twee minuten aan een koordje te trekken. Mr. Athumani Bassho begint te zingen. Een mooi liefdeslied in het Swahili. Wim en Maryvonne zingen mee. De brillen van Hans Anders worden met een zekere begerigheid gepast. Maar de objectieve conclusie is dat niemand een bril nodig heeft. Alleen Mary, maar die heeft al een bril. Kennelijk zijn Kenianen net zo gevoelig wat betreft hun ‘image’ als wij.

In het huis kunnen wij ‘mandiën’, douchen met een bakje water op Indonesische wijze. Eenmaal in de tent begint het te regenen. Maar wij liggen lekker droog.

Bezoek aan Nyarini
Vandaag staat een bezoek aan het schooltje in Nyarini op het programma, maar met de gestage regenval lijkt dat geen optie. De weergoden tonen zich echter inschikkelijk want het houdt op met regenen. Gewapend met paraplu’s gaan wij te voet naar Nyarini.
Boven op een heuvel klinkt kindergezang uit een klein hutje, het schooltje. Buiten staat een groot aantal ouders ons op te wachten. Maar voordat wij het ontvangstcomité met een Keniaanse handdruk kunnen begroeten, moeten wij een gezwollen riviertje oversteken. Wim is zo galant om Maryvon en Anneke, als een ware Christoffel, over te dragen.

De hut heeft twee ruimtes, één lesruimte en een kleine ruimte om te koken, die echter nu ook als lesruimte gebruikt wordt. In het donkere lokaaltje, waarin spaarzaam daglicht binnenkomt door kleine uitsparingen in de wand, zitten dicht op elkaar gepakt zo’n 60 kinderen. Ondanks de povere omstandigheden maakt het geheel een verzorgde indruk. Het is opgeruimd en er hangen instructiekaarten aan de wand. Buiten zijn bloembedden in geometrische vormen aangelegd door ouders. Er is een trapveldje, een tuin en er zijn wc’s.


Foto: De ouders en leerkrachten op het “schoolplein”


Terwijl Wim en Maryvon buiten overleggen met de ouders, het schoolcomité, de deputy van Jego en de onderwijzer, laat Anneke een plaatjesboek zien met uitklappagina’s. De kinderen zijn geboeid. Ik maak wat foto’s. De kinderen schrikken van het flitslicht van de camera, kennelijk iets wat zij nog nooit gezien hebben. Wij plakken bij alle kinderen een stickertje op de hand, dat zij vol trots bekijken. Anneke zingt; “Viva la musica” en ‘Komt en laat ons dansen zingen, komt en laat ons vrolijk zijn’. Het woord ‘vrolijk’ is niet uit te spreken en wordt vervangen door ‘happy’. Na afloop van de vergadering zingen de kinderen de liedjes voor de ouders.


Foto: Da’s schrikken!

Het oudercomité begeleidt ons tot aan de doorgaande zandweg. Wij lopen terug naar Jego terwijl opnieuw donkere wolken aan de horizon verschijnen. Al snel begint het te plenzen. Ondanks de paraplu worden wij flink nat. Rond de tent vormen zich steeds meer plassen.

”Mary, wat doe jij als het de hele dag regent?”, vraagt Maryvon. “I spend the day!”, is het laconieke antwoord.

De plassen worden groter en groter en het water loopt de tent binnen. Wij breken op en hangen het tentdoek binnen te drogen. Geen foute beslissing want even later begint het te stortregenen en te waaien, waardoor de vloer van het kamertje waar wij de tent op willen gaan zetten ook blank komt te staan. Met tie rips maken wij een gevlochten mat vast aan de spijlen van het raam waardoor de regen wordt tegengehouden.

’s Avonds is het opnieuw gezellig druk binnen. Mr. Alex, de politiechef, is er met zijn vrouw, de beide nachtwachten en mama Fatma. Er wordt gepuzzeld om een schuimplastic kubusje in elkaar te zetten en boter-kaas-en-eieren gespeeld. Mr Alex is apetrots dat hij een kubusje in elkaar gezet heeft.

Naar Vanga
Na het ontbijt met gesuikerde oliebolletjes en koffie gaan wij weer naar school. De regen is opgehouden. Wij gaan tekenen bij Mr. Maliki. Wij hebben een pak papier en een bak vol kleurpotloden meegenomen. De opdracht is, laat ons zien hoe Afrika er uit ziet. Het begint wat moeizaam maar als de naam op het papier is gezet en een rechthoekig kaderlijn is getrokken, gaan ze aan de slag. Eerst een figuur tekenen en dan inkleuren. Opvallend is dat er heel gestructureerd getekend wordt met allemaal losse componenten. Géén horizon, géén landschap maar allemaal losse voorwerpen, mensen en dieren. Soms gebruikt iemand prachtige kleuren of verdeelt de figuren mooi over het blad, maar er zijn er ook die alleen natekenen wat ze aan de wand zien hangen of maar een klein stukje van het papier gebruiken. Wij mogen de tekeningen meenemen in ruil voor de kleurpotloden en wat papier.

Omdat het droog is zouden wij nu naar Vanga moeten gaan. Om twee uur begint het vloed te worden en komen de houten vissersscheepjes terug naar de haven. Zelfs met hulp van Mary lukt het ons niet om fietsen te huren. Dan maar met de piki-piki, dat wil zeggen, achterop de brommer. In Vanga begint het te regenen. Een paraplu kost € 2,50. De geul die van zee komt is omzoomd door mangrovebos. Eén voor één komen de houten boten, met behulp van de motor of voor de wind met het witte latinozeil, richting de kade. Tassen vol vis worden naar de afslag gebracht, waar kopers al geduldig staan te wachten. Hussein Juma Mwambega bijgenaamd “Panama” is in het seizoen beachboy in Malindi maar nu leidt hij ons rond.


Foto: Scheepjes keren terug naar Vanga

Te voet terug naar Jego waarbij wij ontelbare malen ‘jambo’ (hallo) zeggen en zwaaien naar de kleine kinderen die op de erfjes aan het spelen zijn. Meestal kijken de mensen je aanvankelijk stug aan maar zodra je ‘jambo’ zegt, ontdooien ze vrijwel direct.

Het avondleven
De twee hoogste groepen blijven de weken voor de landelijke KCPE toets (een soort Cito-toets) op school, zodat ze ’s avonds bij elektrisch licht kunnen studeren. Ouders koken bij toerbeurt voor de kinderen en ’s nachts is er een nachtwacht. Wij gaan een kijkje nemen. En tot mijn verbazing zijn ze inderdaad braaf aan het studeren, zonder dat er verder enig toezicht is. Al snel komen ze met vragen over de leerstof. In Engels gestelde multiple choice vragen over vakken als plantkunde, social studies en wiskunde. De antwoorden blijken niet altijd eenvoudig of omdat wij lokale kennis van planten of historie missen, of omdat het kennis van specifieke Engelse termen vereist.

Vanwege de vele regen hebben wij in de grootste ruimte van het huis vier schoolbankjes tegen elkaar gezet. De beide nachtwachten zijn er. Mr. Athumani Bassho, met zijn karakteristiek fez en Mr. Mganzy. De stormlantaarn geeft een warm licht en Mr. Athumani Bassho met een led-hoofdlampje op, zit geconcentreerd een kleurplaat te kleuren. Het roept associaties op van een Rembrandt die bij kaarslicht zit te tekenen. Ondertussen vliegen de vleermuizen in en uit tussen de spijlen van de ramen door, waarbij ze af en toe rakelings langs mijn hoofd scheren. Op de achtergrond klinkt een onophoudelijk gekwaak en gesjirp met wat basgeluiden van grote kikkers die boven dit lawaai uitkomen.


Foto: Mr. Athumani Bassho

Vlucht voor het water
Het regent ’s nachts zo hard dat ik er een aantal keren wakker van wordt. ’s Ochtends blijkt dat tussen de school en ons verblijf, één grote plas is ontstaan. De plek waar de eerste nacht onze tent stond staat helemaal blank. Het geïmproviseerde toilet is volledig ondergelopen. Wim en Maryvon overwegen om vandaag te vertrekken, een dag eerder dan gepland, omdat anders het risico bestaat dat wij voorlopig niet meer wegkunnen.

Door de regen is een groot aantal kinderen niet op school gekomen en ook een aantal docenten ontbreken. Wij tekenen en knutselen met klassen waar geen leerkracht is. Dat laatste komt regelmatig voor en de kinderen blijven rustig op hun plaats zitten en wachten. Wim en Maryvon hebben een vergadering met een 50 tal ouders.

Charles komt ons om 15.00 uur halen en wil meteen weer vertrekken. Wij pakken onze spullen in en nemen afscheid van al die aardige mensen. Charles is er niet gerust op dat wij terug kunnen komen. Hij heeft ons via een alternatieve weg weten te bereiken maar het was niet eenvoudig en de toestand van de wegen verslechtert per uur. Vandaar zijn haast, om voor het donker wordt, terug te zijn in Mbuyu Beach. Het eerste deel van de route is weliswaar nat en modderig maar de fourwheeldrive trekt ons er wel doorheen. Het land is totaal verzadigd met water en grote delen staan blank. Een aantal keren rijden wij omzichtig, maar met veel getoeter langs een kudde koeien en geiten die op weg zijn naar een droog plekje. Sommige hutjes staan rondom in het water. Kinderen met verschoten en kapotte kleren staan in het vuile water en kijken nieuwsgierig naar ons. Op een paar plaatsen is de weg helemaal onder water verdwenen en is het gokken voor Charles om op de weg te blijven, terwijl het water alle kanten opspat.


Foto: kudde zoekt een droog heenkomen

Het spannendste deel moet echter nog komen. In de doorgaande verharde weg van Mombasa naar Tanzania is een duiker in de weg door de kracht van het water ondermijnd. De helft van de weg is daar verdwenen. De andere helft is al flink weggezakt en dreigt ook te bezwijken. Op de bedreigde plek is een grote menigte op de been. Wij stappen uit en gaan te voet over het kwetsbare gedeelte. Dan stuurt Charles de auto behoedzaam over het weggezakte gedeelte en slaakt hij een enorme zucht van opluchting en is helemaal euforisch als het gelukt is om, ongeschonden de overkant te bereiken.



Foto: Beschadigde weg

De Ramisi rivier op de heenweg een slootje, is nu zo gezwollen zodat de brug bijna overstroomt.

Wij zijn blij weer terug te zijn in Mbuyu Beach.

Bezoek aan Nikaphu
Mr. Ali, directeur van Kids care, komt ons halen voor een bezoek aan Nikaphu.
Er staan drie klaslokalen in twee stenen gebouwtjes en twee lokaaltjes zijn nog gehuisvest in een lemen hut. In één daarvan zijn moeders druk bezig om de lunch te verzorgen. Terwijl Wim en Maryvon overleggen met de headteacher, lezen wij met de kinderen van zijn klas uit de boekjes die wij meegebracht hebben.


Foto’s: Opperste concentratie bij het lezen

Op de rand van de veranda zit een grootmoeder en twee kleuters. Omari, medewerker van Kids Care, zit bij hen en vertelt dat de ouders van het meisje zijn overleden aan aids en dat grootmoeder voor het meisje zorgt. Het meisje is Hiv-positief en toen ze haar voor het eerst bezochten, was ze er slecht aan toe, maar dankzij de medicijnen is de ziekte gestabiliseerd en voelt ze zich weer veel beter.


Foto: Oma, de beide kinderen en Omari



Foto’s: Kinderen Nikaphu

Tegen twaalven is er groot beraad op de schaduwrijke plek onder de bomen. Het oudercomité, de leerkrachten, Mr. Ali en Omari van Kids Care, de dorpsraad, allemaal gezeten in een schoolbankje. Het publiek bestaande uit de leerlingen en moeders met kinderen zit op de grond. 

Dan komt er een groep jongens en meisjes die dansen en zingen op het ritme dat Mr. Anderson aangeeft met een petfles met steentjes en een stokje met belletjes, die Anneke voor hem gekocht heeft. Dan volgen allemaal sprekers die het belang van samenwerking onderstrepen. Wij slaan de lunch over, Annekes buik is van streek en ze heeft het zo wie zo niet op cassave. Wij lopen in de, voor het eerst deze reis, bloedhete middagzon naar het dorpje Ramisi. Anneke wil daar graag Mwanakasi ontmoeten, een jonge enthousiaste leerkracht, die zij vorig jaar heeft ontmoet.

Tenslotte
Wim en Maryvon bedankt voor deze unieke ervaring om op het Keniase platteland te verblijven en een kijkje te kunnen nemen bij jullie niet aflatende veldwerk. Ik heb mensen ontmoet en gezien hoe zij zich staande houden in soms moeilijke omstandigheden. Ik heb gezien hoe jullie met geduld, volharding en inzet proberen om deze mensen, maar vooral de kinderen, een perspectief te geven op een beter leven.

Stichting Shirika

22.7.11

Rendsburg in de regen



Een flinke depressie zorgt voor te veel regen en wind zodat wij Rendsburg als wachtplaats kiezen voordat wij de, door velen gevreesde overtocht via de Duitse Bocht, ondernemen. Maar om zelf niet depri te worden, hullen wij ons in gepaste regenkleding en fietsen naar enkele minder bekende hoogtepunten die Rendsburg te bieden heeft.

De ‘Schiffsbegrüssungsanlage’ aan het Nord-Ostseekanal is een prachtig staaltje van serieuze Duitse humor. Onder de fameuze stalen spoorbrug bevindt zich niet alleen een hangende veerpont, maar ook een horecagelegenheid met terras. Op dat terras staat een veelhoekige serre, het hart van de ‘Schiffsbegrüssungsanlage’. Binnen zit Otto die ons op de hoogte zal houden welke schepen voorbij komen. Zodra een zeereus in de buurt is, meldt hij zich en vertelt ons allerlei wetenswaardigheden zoals naam, bouwjaar, lengte, breedte, diepte en bestemming van de passant. Extra feestelijk wordt het wanneer hij het desbetreffende volkslied laat horen. Dan spoedt hij zich naar buiten om de zeelui enthousiast met twee armen zwaaiend te verwelkomen. De stuurman van de Finnsea komt zelfs even van de brug naar buiten om terug te zwaaien. Licht ontroerd en enigszins trots zijn wij wanneer het Wilhelmus klinkt voor de kustvaarder Amber uit Delfzijl. Hoewel in principe alleen de grote jongens ‘begrüsst’ worden, is ons twee jaar geleden de eer te beurt gevallen om, ten aanschouwe van een vol terras, met onze nationale hymne begroet te worden.

De langste bank van Europa staat langs het kanaal. Vandaag is er plaats genoeg. Een iets minder lange roltrap brengt ons diep onder de kanaalbodem naar de fiets- en voetgangerstunnel.

Genoeg vrijblijvend vermaak, wij gaan hedendaagse kunst bekijken.
Nord Art is een hele grote jaarlijks tentoonstelling voor beeldende kunst. In Büdelsdorf, op loopafstand van de RVR jachthaven in de Obereidersee of vanaf Rendsburg, ligt het terrein van een niet meer in gebruik zijnde ijzergieterij, een oude remise en het omringende park. Hier in de Carlshütte tonen internationale kunstenaars in allerlei disciplines van de kunst hun werk. De oude hallen laten nog alle sporen zien van hun vorige leven en vormen zo een fascinerend contrast met de kunst van nu. Grossartig!

De Japanse kunstenares Hiroko geeft een performance onder de titel ‘Gebed voor 100 zielen’.
Een rechthoekig bassin bevat inktzwart water met daarboven abstracte figuren en lijnen. Hiroko, gekleed in kimono, nodigt toeschouwers uit om een oregami lotusbloem met lichtje, symbool van de ziel, aan het water toe te vertrouwen. Als schipper van de ‘Sielesâlt’, die bovendien geen kerk kan passeren zonder een kaarsje op te steken, kan ik deze uitnodiging onmogelijk negeren. 









3.4.11

'Redders gered'

Zaterdagmiddag, de eerste zomerdag van de lente. Een zacht briesje voert mij van Stavoren naar Urk. Op de AIS zie ik dat de KNMR reddingsboot, Kapiteins Hazewinkel, met grote snelheid langs vaart. Halverwege de dijk Urk - Rotterdamse hoek maak ik een slag naar het zuiden om het Vormt, een beruchte ondiepte voor Urk, te omzeilen. Vreemd daar drijft de reddingsboot. Is de bemanning van de Kapiteins Hazewinkel aan het vissen? Even later verder zuidwaarts, spoedt een snelle opblaasboot vanuit Urk zich westwaarts en maakt vast aan de Kapiteins Hazewinkel. De reddingsboot wordt naar Urk gesleept.

Op Urk koestert iedereen zich in de zon. De terrassen zijn vol, en met nog meer enthousiasme dan gewoonlijk wijdt men zich aan het 'rondje haven'. 'De Boet' is afgebroken en op de plek verrijst een nieuw gebouw dat het onderkomen gaat worden van 'Mes Amis', het klasserestaurant van Urk dat nu nog boven een bar gevestigd is. De havenmeester motiveert de verhoging van de havengelden: "De olieprijzen zijn zo gestegen dat veel vissers met grote schepen moeite hebben om hun schepen rendabel te houden".

Zondagochtend, klokgebeier maant ons ter kerke. Op de radio worden geestelijke liederen ten gehore gebracht. Op de kade loopt 'Kees' in zijn beste Urker klederdracht, zijn rondje haven. Met een kalm gangetje laat ik Urk achter mij, dat langzaam in de nevel verdwijnt. Op weg naar de zomerligplaats, Ketelhaven.




20.3.11

Lente in Japan

Japan lijdt onder de gevolgen van een zeer krachtige aardbeving met als gevolg een verwoestende tsunami én het uitvallen van de koeling van de kerncentrales in Fukushima. De wereld kijkt in spanning toe of de helden van de centrale er in slagen om alle zes kernreactoren veilig af te sluiten. Per dag loopt de spanning meer op.Mensen ontvluchten Tokyo uit vrees voor een nucleaire ramp.




In Zwolle adverteert een reisbureau met lentereizen naar Japan!

23.2.11

Reigers en zaagbekken


“Brandaris hier zeiljacht Sielesâlt.” “Sielesâlt, zegt u het maar.” “Van de zeilboot die gisteravond binnenkwam hoorden wij dat er ijs lag in de haveningang. Kunt u daarover iets zeggen?” “Nou er ligt wel wat ijs in de haven maar buiten de haven is alles ijsvrij.” “OK, bedankt.

De wind die vannacht nog zo hard woei dat Anneke er niet van kon slapen is afgezwakt naar 5 Beaufort. De kou in combinatie met de wind zorgt voor een gevoelstemperatuur van 10 graden onder nul. Behalve de vele lagen kleding heb ik dit keer bij wijze van experiment ook mijn voeten extra ingepakt met beschermende folie tegen onderkoeling. De wind heeft het ijs, voornamelijk papijs, op een aantal plaatsen tegen de kade gestuwd. In de kom van de veerbotensteiger zetten wij het gereefde grootzeil.

Het opspattende buiswater bevriest op de ramen van de buiskap en op het dek. Eenmaal op de West- Meep kan de fok erbij en ondanks de stroom tegen maken wij goede voortgang. Een zeehond kijkt ons nieuwsgierig aan en duikt weer onder. Anneke serveert koffie, soep en boterhammen met pindakaas vanuit de kombuis. Als ik het heel koud heb, ga ik even naar binnen om weer op temperatuur te komen. De wc is dan de favoriete plek. De heteluchtverwarming blaast zoveel warme lucht in de relatief kleine ruimte dat het een Finse sauna wordt. Een soort saferoom tegen de kou.

Zowel voor als na de sluis van Kornwerderzand zijn het de enorme aantallen zaagbekken die voor afleiding zorgen. Bij de invaart naar Makkum staan tientallen kleumende reigers tussen het riet. Uit de wind en in de zon trachten ze een beetje warm te blijven.

Ik ben benieuwd of wij onze vaste plek kunnen bereiken. Halverwege het toegangskanaal verspert een plak ijs de doorvaart. Omzichtig, snelheid minderend, naderen wij de ijsrand. Anneke stoot met de pikhaak door de niet al te dikke ijslaag en al snel is er een doorgang geforceerd. Mijn vrees dat de hele havenkom dicht zou liggen komt niet uit, al is wel de helft van onze box bedekt met ijs. Maar Anneke weet ook dit laatste obstakel voortvarend in stukken te hakken.

Met een etentje in It Posthûs laat ik mij omkopen om nog een nacht aan boord door te brengen. Het eten is heerlijk maar ik moet wel het gelag betalen.

Reigers in het riet

Eidereend

IJsrand haven West-Terschelling


Zaagbekken

21.2.11

Chillen bij de Walvis

Volgens de KNMI is de gevoelstemperatuur hier -6,4 graden. De steiger zit vol kleumende meeuwen die als dank voor het aangenaam verpozen de havenmeester hebben opgescheept met de eindproducten van hun spijsvertering. De boot van de Zeezeilers van Marken is de tweede boot die is binnengekomen.

Volgens Johan de havenmeester kunnen wij, met wat geluk, vanavond voor het eerst douchen in de geheel gerenoveerde sanitaire ruimte. Zonder donatie van euro's, want naast vrij douchen is ook het gebruik van water, elektriciteit en wi-fi voortaan in het havengeld inbegrepen.

De strandtent bij paal 8 moet nog opgebouwd worden. Fietsen met deze koude oostenwind trekt ons niet aan. Laten wij maar gaan wandelen. Dat blijkt een goed idee want zo komen wij op plekken die wij in al die jaren Terschelling nog nooit gezien hebben. Vlakbij West is een prachtig glooiend heidelandschap. Verborgen landjes zijn privé paradijsjes.

Het groene strand lijkt wel een zoutvlakte met al dat witbevroren schuim. Een grote groep steltlopertjes foerageert op de waterlijn. Af en toe vliegen ze op en vormen met zijn allen een wolk die gracieus van kleur en vorm verandert om even verder weer neer te strijken.

Tegen zonsondergang is er geen mooiere plek dan de serre van de Walvis. Een enkele veerboot die aankomt of afvaart. De uitgestrektheid van het groene strand en het wad waar de eerste rode en groene iso's beginnen te knipperen terwijl de lucht purper kleurt boven de Noordsvaarder. Vlieland op de horizon met het licht van vuurtoren.

Steiger domein van de meeuwen
Bevroren schuim op het Groene Strand
Waadvogels boven het wad
 

19.2.11

Klappertandend naar Terschelling

Een ijskoude wind jaagt een oranje ballonnetje door de lege straat op Terschelling. Zojuist heerlijk gegeten in een druk en gezellig restaurant als beloning voor de winterse oversteek van Makkum naar de verlaten jachthaven op Terschelling.

Het is 1 graad boven nul maar de harde Oostenwind geeft een gevoel alsof het 5 graden vriest. De sluispassage in Kornwerderzand verloopt vlot. Wij krijgen als enige passant een VIP behandeling. Nadat ook de brug in de afsluitdijk is opengezwaaid ligt de Waddenzee voor ons. Met twee riffen in het grootzeil en een verkleinde fok zeilen wij de Boontjes op richting Harlingen. Dankzij de aflandige wind is de zee vlak.
Met meerdere lagen truien en broeken, aangevuld met mutsen en handschoenen trachten wij het vege lijf warm te houden. Dat lukt redelijk met uitzondering van de voeten. Ondanks dat mijn voeten zijn gestoken in met liefde gebreide wollen sokken en degelijke bergschoenen, worden ze al snel steenkoud. 

Toch is er geen twijfel als wij Harlingen bereiken, wij gaan door! Voortgestuwd door de nog in kracht toenemende wind slalommen wij als een coureur, die de ideale lijn zoekt over het bochtige beboeide traject naar Terschelling. Deze zomers druk bevaren route is op een enkele beroepsschipper na verlaten. In de West-Meep spannen stroom en wind samen om ons van onze bestemming af te houden, maar door de joker in te zetten in de gedaante van onze motor vermijden wij een eindeloos gekruis met gekmakend weinig voortgang. Dit zijn geen omstandigheden voor sportief geachte vertragingsacties.

Koude overtocht
De elementen geven hun tegenwerking tijdelijk op en jagen ons door de Slenk naar het Schuitegat. Het smalle vaarwater leidt ons vlak langs drooggevallen platen waarop steltlopers onverstoorbaar fourageren. De ontvangst in de jachthaven is een teleurstelling. Niemand die onze aanleg manoeuvre aan de hoge kant met behulp van een spring waarderend gadeslaat. Geen havenmeester die ons verwelkomt. En geen toegang tot  de gerenoveerde sanitaire voorzieningen en douches. Maar daar staat tegenover dat er wel  gratis toegang is tot KPN Hotspots en gratis stroom. Wij gaan ons zelf belonen met een heerlijk maal in West-Terschelling.

Straks staat hier een strandtent