Pagina's

20.5.07

Naar Denemarken

In de haven is vannacht een hinderlijke deining ontstaan. De boot rolt, kastdeurtjes rammelen en de stootwillen kreunen. Het maakt dat ik onrustig slaap.

Zoals inmiddels gewoonte is geworden, sta ik vroeg op om brood te halen, te douchen, ontbijt te maken en naar het Seewetterbericht te luisteren.

Een boot met de naam “Heide Witzka” vaart de haven uit. Mijn vader zingt nooit maar vroeger zong hij wel eens; “Hai de wietska, vooruit geef gas, want al dat getreuzel, komt hier niet van pas”. De rest van de tekst ben ik kwijt.
Gelijk met een rubberboot van de politie die de haven heeft geïnspecteerd, verlaat ik de haven. De rubberboot behoort bij een groot schip van de Küstenwache dat op de rede ligt te wachten.
Eenmaal op zee is de deining nog veel erger dan in de haven. Het schip rolt en slingert. Een zeil zetten helpt niet veel want er is weinig wind, hoewel de voorspelling is dat het 5 á 6 Bft gaat waaien. Langs de krijtrotsen van Rügen gaat het richting Bornholm een afstand van zo’n 50 mijl (90 km). Bornholm ligt dichterbij Zweden, Duitsland en Polen dan bij de rest van Denemarken. Om daar niet al te laat aan te komen moet ik wel zo’n 5 mijl per uur varen. Pas een uur later kan er gezeild worden. Maar na twee uur is de wind al weer te zwak. De lucht betrekt, het zicht wordt zienderogen minder en het begint te regenen. Maar de voorspelde wind laat volledig verstek gaan. Het schip blijft rollen en de giek slaat wild heen en weer. Zelfs met een bulletalie en sterk elastiek aan de schoot krijg ik hem niet onder controle. Uren vaar ik op de motor in een matglazen stolp zonder iets anders dan grijstinten te zien. Juist onder dit soort omstandigheden moet je alert blijven, want voor je het goed en wel in de gaten hebt doemt er plotseling een schip op en lig je op ramkoers.

Tegen de avond begint het op te klaren en zie ik een oorlogsbodem langs de horizon schuiven. Daar vaart nog een marinevaartuig. Daar is eindelijk de rood-witte aanloopton van de haven van Rǿnne. Door de laaghangende nevel zijn alleen de hogere delen van Bornholm te ontwaren. Daar een paar schoorsteenpijpen, een paar geleide lichten, wat bomen. Langzaam geeft het eiland zich bloot. Het maakt het op een leuke manier spannend. Maar is hier de staat van beleg afgekondigd? Daar liggen nog 3 marine schepen op de rede! En verder op zee zijn er nog meer. Ook in de haven liggen er nog een drietal waaronder een groot Belgisch fregat. Een uitgebreide oefening in NATO verband?
Ik meer af in een piepklein vissershaventje in een hoekje van de grote haven.
In de stad hoor ik een aantal maten in onvervalst Nederlands zeggen: “We kennen hier straks wel een pilsie drinken”.