Pagina's

6.6.07

De oversteek



Het is zondagochtend 5 uur. De laatste feestgangers zijn naar huis. Er drijven een paar lege bierblikjes in de haven. De stad is eindelijk tot rust gekomen en koestert zich in het strijklicht van de ochtend. Vrijwel geluidloos vaar ik de haven uit. Twee vroege vissers zoeken een weg naar hun favoriete stek over de willekeurig uitgestrooide blokken graniet die de havenpier vormen. De grote witte veerboten, “Destination Gotland” liggen bewegingloos langs de kade.
Een cruiseschip nadert langzaam de slapende stad.

Om half tien passeer ik de 58e breedtegraad, Gotland is niet meer dan lichtblauwe potloodstreep op de horizon. De komende uren zal ik alleen nog maar zee zien. Tijd om het even over Linnaeus te hebben. Dit jaar wordt herdacht dat deze eminente wetenschapper 300 jaar gelden werd geboren. In Zweden zijn tal van activiteiten opgezet in de vorm van lezingen, tentoonstellingen, boeken, brochures en routes die hij op zijn onderzoekstochten door het Zweedse land gevolgd heeft. Hier op Gotland is er veel belangstelling voor. Linnaeus is zijn Latijnse naam, in Zweden spreken ze van Linné terwijl hij geboren is als Carl Nilsson. Ook in ons land is hij geweest om er een doctorstitel te behalen aan de universiteit van Harderwijk, dat kon toen nog niet in Zweden. Nou niet lachen Klokhuis-kijkers, omdat Aart Staartjes altijd een professor van de universiteit van Harderwijk speelt, maar de universiteit heeft echt bestaan en had in die tijd zelfs enige Europese faam. De academie is later door Napoleon opgeheven. Na zijn promotie, die binnen een week plaatsvond, is hij nog drie jaar in ons land gebleven om boeken te schrijven, onderzoek te doen en reizen te maken. De meeste herbariumbladen van hem uit die tijd zijn te vinden in het British Museum in Londen. De Linnaeus hof en het Linnaeusklokje herinneren nog aan hem.

Na zijn rondreis over Gotland vertrok Linnaeus ‘s morgens vroeg om half zes met een zeilboot uit Visby. Hij schrijft daarover in zijn dagboek: ‘Wij zeilden de haven uit door een hevige branding. Visby en onze vrienden zijn verdwenen. Het schip werd heen en weer geslingerd tussen de brullende golven. Gotland verdween uit zicht. Het want begon te scheuren. Onze harten waren vervuld van wanhoop. We gaven ons lot in Gods hand. De zeelui klommen in de mast en zagen zowel Gotland als Öland. Het grote zeil werd gereefd. De fok alleen was voldoende. Öland kwam in zicht. De storm nam af. Het schip ankerde in Böda, wij prezen God dat hij ons van het gevaar had gered”.

Gelukkig zijn de omstandigheden waarin ik verkeer heel wat beter. Met een NO wind 4 Bft is mijn bestemming voor vandaag, Ankarudden op Torsö, net bezeild. Twee keer zie ik een andere zeilboot die richting Gotland vaart. Tussen de middag bak ik eieren met spek. Dat valt niet mee op een schip dat op een oor ligt en voortdurend op en neer beweegt. Maar het fornuis is half-cardanisch opgehangen zodat de pan recht op het vuur blijft staan. Dankzij de gunstige wind bereik ik om half zes al de eerste scheren. Dan wordt het uitkijken geblazen want die rotsen geven geen millimeter mee als je ze raakt. Maar het is goed betond. Als ik een motorboot wik passeren waarop ze met een aantal hengels achterop aan het vissen zijn, gebaren ze dat ik nog verder aan bakboord voorbij moet lopen. Blijken ze aan beide zijden aan twee van die hengels een soort bootje te zitten waardoor ze wel 30 meter ruimte in de breedte beslag nemen. Vraag me niet hoe en waarom ze zo te werk gaan. Ankarudden is een haventje en een verzameling huisje en een restaurantje dat subliem aan het water ligt. Als er geen motorboot vaart is het ongelofelijk stil.