Pagina's

13.6.07

Utö Hanko

’s Nachts begint het te regenen, te waaien en te onweren. Ik controleer de windrichting. Wind op de kop niets aan de hand. De voorspelling is ZW dan lig ik ook goed.

’s Morgens vroeg, ik hoor een tik. Ik stoot ergens tegen aan. De wind is gedraaid en staat op de kont. Foute boel! Als een gek wat kleren aan geschoten en in de regen naar buiten. Het anker is gaan krabben, ik lig half tegen het Duitse schip. Het anker houdt niet. De enige oplossing is een stootwil voor op de punt, zodat de punt tegen de wal ligt. Vervolgens een lijn vanaf het midden van het schip naar de wal om het weer in een rechte positie te krijgen. Na veel gesjor is de zaak weer stabiel en ga ik koffie zetten.

De wolken komen uit het westen en de wind komt uit het oosten! Dat moet volgens mij straks tot een schifting van de wind leiden. Daar hoop ik wel op want oostenwind daar zit ik niet op te wachten. Maar het gaat zoals gehoopt de wind draait en er drijft nog een onweerswolk voor het eiland langs. Maar verderop is de lucht helemaal schoon. Ik haal het falende ankertuig weer boven water en zet koers naar zee.

Het is, ondanks dat de barometer flink gezakt is, een mooie dag. De wind laat het af en toe afweten en dan ligt de boot te rollen en klappen de zeilen. Dat is heel irritant en strijken is geen optie want even later is weer voldoende wind om het schip weer stabiel op een oor te leggen en voor voortgang te zorgen. Zo gaat het de hele dag door. Na de vuurtoren Bengtskär, die als een stoer monument uit voorbije zeevaartstijden in de avondzon staat te pronken, kan de landing op Hanko ingezet worden. Dat vind ik altijd weer spannend. Kan ik de boeien, zo groot zijn ze vaak niet, wel op tijd vinden? De verrekijker is daarbij onmisbaar. Door steeds te controleren met de zeekaart en dan weer te observeren vind ik mijn weg tussen de genadeloze rotsen door en beland ik in de haven van Hanko.