Pagina's

24.6.07

Van Estland terug naar Finland







De avond voor vertrek ga ik op de fiets naar de stad en later naar het openluchtmuseum.
Ik heb nog aardig wat Estse kronen, een mooie gelegenheid om eens lekker te gaan eten in een goed restaurant. Ik heb tenslotte het verste punt van mijn route bereikt. Het weer is nog zo aangenaam dat ik buiten in de avondzon kan genieten van een glas Spaanse wijn en een heerlijk stukje vlees. Af en toe knort er een klassieke auto voorbij. Auto’s met koffers achterop en dik onder het stof en modder. En inzittenden geheel in stijl met stofbrillen en ouderwetse leren hoofddeksels met zijflappen. De deelnemers aan de Rally Peking Parijs zijn gearriveerd. Ook twee Nederlandse koppels behoren tot de deelnemers van dit internationale evenement.

Het openluchtmuseum ligt aan de andere kant van de stad. Als ik een man op een mountainbike de weg vraag, zegt hij: “Rij maar mee, ik ga toch die kant op”. En ik rij met hem mee in een slakkengangetje. Met “Dit fietspad gewoon volgen, want ik ga nu te hard voor jou”, neemt hij afscheid. Daar maakt hij een vergissing want als hij na 10 minuten later achterom kijkt fiets ik nog altijd achter hem. Tijd om nog even een tandje bij te zetten en de man in een zowel moreel als fysiek volledig geruïneerde toestand achter te laten.

De Midzomer Cantate wordt uitgevoerd in het openluchtmuseum. Ik zoek een geschikte plek om de fiets veilig te stallen maar de fiets mag gewoon mee het terrein op. Er is een klein orkest dat voor de begeleidende muziek zorgt. Een blazer op een soort midwinterhoorn opent en sluit de voorstelling. Het is een aardige voorstelling met zang en dans. Er zit vaart en ritme in. De zang klinkt goed en de muzikale begeleiding is professioneel. De zaal is helemaal gevuld. Alleen jammer dat ik geen woord van de tekst versta, al maken de schetsjes die worden uitgevoerd veel duidelijk. Het thema is van alle tijden, de liefde. Op de terugweg is er nog een supermarkt tot 23.00 uur open, dat komt goed uit want ik moet nog wat brood en dergelijke kopen.

Het is een prachtige ochtend. De eerste Finse zeilers komen al binnen als ik de trossen losgooi. Het uitklaren is een kwestie van de bemanningslijst laten stempelen en het paspoort tonen. Tussen de aanstormende snelle ferry’s door zet ik koers naar Hanko. Ik wilde in eerste instantie naar Jussarö, een klein eiland. Maar ik herinner mij vaag iets dat alleen bepaalde havens mogen worden aangelopen na terugkeer uit een niet-Schengen-land. Dan maar naar Hanko, anders krijg daar nog gedoe over.

Ik kijk nog even achterom naar de oude stad met de vele torenspitsen, uit de tijd toen de kerk de dominante factor was. Maar ook naar de nieuwe stad, met de glazen hoogbouw als symbool van de huidige dominante factor, de economie. De wind is mij gunstig gezind. Met halve wind maak ik goede voortgang. De driemaster Seacloud II, die ik al eerder gezien heb in Mariehamn, is op weg naar Tallinn.

Als in de avond de jachthaven van Hanko in zicht is zie ik een grote bruine rubberboot. Dat zal toch niet de gevreesde controle van de kustwacht zijn? Jawel, daar komen zij al langszij gevaren en vragen waar ik vandaan kom. “Tallinn”, antwoord ik. Dan moet ik nu eerst naar de paspoortcontrole en ze wijzen naar een wit gebouw dat aan de andere kant van de baai staat. Door het tegenlicht van de avondzon zit ik eerst bijna in het haventje van de loodsen, maar de snelle rubberboot is er al weer om mij naar het haventje aan de andere kant te loodsen. Ik zie een lege steiger en wil aan aanleggen als een zware stem roept, “Over here please”. Als ik een hand boven mijn ogen houdt zie ik dat er nog een steiger is waarop drie geüniformeerde mannen klaar staan om tot actie over te gaan. Zodra ik aangelegd heb komen ze aan boord en volgen mij ongevraagd naar de kajuit. Ze kijken kritisch rond en de man in het militaire uniform, de andere twee zijn in een blauw uniform, vraagt: “Bemanningslijst en paspoort, graag!” “Hebt u nog iets aan te geven van drank of sigaretten?” Ik antwoord naar waarheid dat ik alcohol aan boord heb en dit gemeld heb bij de Estlandse douane, maar dat ik in Tallinn niets gekocht heb. Tot mijn opluchting accepteren ze dat en mag ik vertrekken.