Pagina's

2.7.07

Fejan





Ik verkeer in de luxe positie dat ik een week heb om Stockholm te bereiken, terwijl dat in één dag zou kunnen. Zaterdag komt mijn vriend, Jouke, namelijk per vliegtuig naar Stockholm om twee weken mee te varen. Dus heb ik een hoop tijd te verliezen. Ik zou vandaag naar Möja varen maar onderweg wijzig ik het plan. Ik ga naar Fejan, een van die juweeltjes die de Archipelago Foundation onder haar hoede heeft genomen. Het zou toch zonde zijn om dit soort eilanden zomaar voorbij te varen. Ik kruis met een matig gangetje naar de oostzijde van het eiland om voor "Fejanskrog", het lokale restaurant, af te meren. Het idee om naar Fejan te gaan kwam van een aardig Zweeds stel met 2 dochters die met hun pas gekochte catamaran naar Finland en Estland gingen. De oversteek naar Mariehamn zou hun eerste oversteek over zee worden. Zij gingen eerst naar Fejan en lieten mij een Zweeds boek zien dat alle informatie bevatte die nodig is om dit soort leuke plekjes en natuurhavens van Stockholms Skärgård te vinden. Het enige probleem is dat de kaarten die ik heb onvoldoende detailinformatie geven. Dus het is een kwestie van voorzichtig manoeuvreren en heel langzaam varen. Bij het afmeren wordt ik geholpen door de aardige bejaarde Finse buurman.

Het eiland heeft een heel plezierige atmosfeer. In het restaurant zijn de tafels sfeervol gedekt, al geven de meeste gasten met dit mooie weer de voorkeur aan de houten picknickbanken op het terras. Ooit werden er in dit gebouw autopsies verricht. Dat was aan het eind van 1800 toen het eiland fungeerde als quarantaine plaats tijdens een cholera epidemie. In Zwolle kun je heerlijk eten in het Pestengasthuis, ook ooit zo’n plek met een bijna tegenstrijdige functie. In 1944 werden op dit eiland meer dan 30.000 Estlanders opgevangen die gevlucht waren voor de Russische invasie. Nu is er een jeugdherberg. Een jeugdleider organiseert een leuk groepsspel voor de jeugd. Een aantal gasten heeft die tijd echter al ver achter zich gelaten. Ik zwerf wat over het beboste eiland. In de “rökeri” koop ik een paar versgerookte haringen. Lig vervolgens wat in de zon op de rotsen en zwem ter afkoeling in het heldere doch frisse zeewater, en lees ter voorbereiding op Stockholm “De lachende politieman” van Sjöwall & Wahlöö.