Pagina's

6.8.07

Vejrø








De zondagochtend begint veelbelovend met een heldere hemel en een zuidenwind. Na het douchen starten wij de motor en zetten daarna zeil. Ontbijt met ochtendzon in de kuip terwijl wij met 3,5 knoop de glooiende oevers voorbij zien schuiven. Helaas is de vreugde van korte duur want de wind valt volledig weg. Dus moet de ‘ijzeren dame’ ons opnieuw bijstaan. Het is net een heiige windloze zondagochtend op het IJsselmeer. Zelfs de massa kleine mugjes, die gelukkig niet steken maar door hun aantal en gekriebel toch irritant zijn, ontbreken niet. Alleen de schepen van de bruine vloot moeten wij hier ontberen.

Vejrø heeft een leuke gerenoveerde haven. Er zijn geen auto’s, er rijden alleen een paar quads en een shovel. Je kunt er alleen komen met de eigen boot of met een klein vliegtuig. Het eiland is particulier bezit en de eigenaar heeft flink geïnvesteerd. Prachtige nieuwe steigers met drinkwater en elektra. Een nieuw gebouwtje met sanitaire voorzieningen. En de paar huizen die er nog staan worden grondig opgeknapt en dienen straks als conferentieruimte en trainingscentrum. Er is een winkeltje met een grote ruimte waar je kunt zitten. ’s Avonds worden de barbecues op de kant aangemaakt door de havenmeester. Wij hebben een tijdje op het strand gelegen en in zee gezwommen. Een zeilboot voer vlak langs het strand terwijl iemand aan boord trompet speelde. Iemand die naar het jazzfestival op Femø geweest was?
De avondwandeling voert ons langs weilanden omzoomd door meidoornhagen. Het eiland is sinds de prehistorie regelmatig bewoond geweest. In 1920 woonden hier 75 mensen, een recordaantal, die leefden van wat het land opbracht en de visserij. Er is een kerkhof die nog aan die periode herinnert. Tot de lokale fauna behoren hazen en fazanten waarop gejaagd kan worden. Maar dat er ook reeën zouden zijn hadden wij niet verwacht totdat wij oog in oog staan met een tweetal van hen.
Een paar Duitse jongens hebben hun zeilboot op het strand getrokken en zijn bezig een potje te koken op een geïmproviseerd vuurtje tussen wat stenen. De laatste zonnestralen zetten de vuurtoren in een gouden gloed.

s’Ochtends is er versgebakken brood. Er staat een prettige oost zuidoostenwind. Wij moeten afscheid nemen van dit sympathieke eiland. Als wij boven het eiland langs varen zie ik een grote groep bruinvissen die om de beurt even boven water komen om adem te halen. Wij hebben nog even marifooncontact met de Pegasus, een Nederlands charterschip. Dat is het leuke van AIS, je ziet meteen de naam van het schip en de bestemming op het scherm. Dat er ook nadelen aan AIS zitten ontdekken wij even later. De wind is inmiddels flink aangetrokken en wij zijn genoodzaakt om een rif te zetten. Als ik daarna beneden ben roept An, "Wil je even bovenkomen?". Wij blijken pal in de vaarroute van twee marine fregatten te liggen. Die zie je niet met AIS. Met een snelle uitwijkmanoeuvre waarbij de motor in gezet wordt zoeken wij een veilig heenkomen. De haven van Spodsbjerg heeft nog ruimte genoeg voor Sielesâlt. De oostelijke wind drijft enorme hoeveelheden kwallen de haven binnen. Die eindigen in een hoekje. Kwallensoep!!