Pagina's

15.4.07

Ouderwetse slootjes

Uren kon ik op mijn buik liggen kijken naar het schrijvertjes, schaatsenrijders en ander slootleven. De sloot voor het huis van "opoe Geerdiek". Om de beide oma's uit elkaar te kunnen houden kenden wij een geografisch achtervoegsel toe, "0poe sluus" was de andere oma.
In jampotten vingen ik kikkerdril en genoot van het wonder dat zich daarna voltrok, een pot vol kikkervisjes. Zeer bijzonder waren de salamanders, gevangen in een waterput.

Toen wij net in de nieuwbouwwijk kwamen wonen was er slechts een klein maar helder slootje dat ons scheidde van de weilanden. Het water was glashelder. In het voorjaar paaiden er vissen en overal stonden waterplanten. Zo dicht bij de natuur kan niet goed zijn voor een mens en dus werd de sloot verbreed. Sindsdien is hij altijd bruin en zijn er nauwelijks planten te zien.
Drie jaar geleden heb ik de tuin op de schop gezet en een vijver aangelegd. Niet om goudvissen en waterlelies te bewonderen, naar om te kijken of de natuurwet; “alles is overal alleen het milieu selecteert” nog steeds geldt.
En nu drie jaar later, geniet ik opnieuw van schaatsenrijders, schrijvertjes en bootsmannetjes. Zijn er paaiende salamanders, bruine en groene kikkers, padden en libelles te bewonderen in mijn eigen “ouderwetse slootje” van 2 x 1,5 meter.