Pagina's

6.5.13

Van zoet naar zout en weer terug

Eenmaal de stoute schoenen (regenlaarzen) aangetrokken, valt het met de regen nogal mee. Enkhuizen is na de Ketelbrug net aan bezeild. Bij het Enkhuizerzand maken wij nog een korte slag en meren even later af in de Buiten Haven waar inmiddels ook de zon schijnt.

De noordenwind probeert ons van ons doel af te houden. Maar met de inzet van 'Theo' , onze onvermoeibare windvaanstuurautomaat, kruisen wij gestaag noordwaarts. In Makkum is 'It Posthûs' een plezierige pleisterplaats. Ook Vlieland heeft zijn Posthûs en daar zullen wij later deze week neerstrijken voor een heerlijke lunch op een zonovergoten terras.

De sluis in Kornwerderzand staat uitnodigend open, dat is fijn want soms moet je hier lang wachten. De sluiswachter heeft echter geen haast en zo liggen wij toch nog zeker drie kwartier voordat de sluisdeuren achter ons dichtgaan en even later voor ons weer open. De Waddenzee ligt voor ons. Het is zonnig en fris. Vele laagjes kleding, een fleecemuts en handschoenen houden ons warm. Een licht briesje voert ons naar Harlingen daarbij geholpen door het staartje van de ebstroom. Bij de Pollendam begint het serieuze zeilen. Wij gaan een duel aan met twee andere jachten dat wij na na enkele schijnoverwinningen uiteindelijk verliezen. Inmiddels vergt de navigatie aandacht en na enige verwarring over onze positie vinden wij de groene tonnen die ons om de Richel (Zandplaat ditmaal zonder zeehonden) zullen leiden naar Vlieland. De haven heeft nog plek in overvloed.



Ondanks de zon is het koud. Dat is ook te zien aan de natuur. Nog geen boom in blad, het is hier nog niet echt voorjaar. De dag van de troonswisseling begint met twee herauten te paard die het feestelijke programma aankondigen. De haven ziet oranje van de Beatrix / Willem-Alexander vlaggen. De abdicatie zien wij aan boord bij vrienden. Er is koffie en verantwoorde appeltaart en tot slot drinken wij een oranjebitter om het geheel te bekronen.
In het dorp is er een stoelendans wedstrijd.


De hele week heeft er een harde koude wind gestaan. Op de dag van vertrek is de wind weg en koesteren wij ons in de ochtendzon. Over een olieachtige Waddenzee varen wij op de motor naar Harlingen. Eenmaal de hoek om richting Kornwerderzand begint het te waaien en kan de motor uit. In de kom voor de brug in de Afsluitdijk drijft een dode bruinvis. Na de sluis kan de blauw-rode halfwinder omhoog en een vriendelijke bries voert ons naar Stavoren.

Een slag naar buiten en dan in één streep naar de Ketelbrug. Na de brugpassage trekt de wind steeds meer aan tot zo'n 6 Beaufort. Wij gaan nog niet naar huis..... Vlak voor onze thuishaven liggen twee eilandjes van het IJsseloog, gescheiden door een geul. Daar is het prima ankeren. Zodra wij de geul binnenvaren zijn wij in het paradijs. De wind is weg, het is warm, vogels fluiten. De zeilkleding en truien kunnen uit. An vindt het zelfs korte broekenweer. Als wij achter het anker liggen, is het tijd voor een pilsje en de zaterdagkrant.