Pagina's

28.7.13

De Preekstoel


Twee mannen lopen in rustig tempo naar boven. Ondanks het vroege uur, het is zeven 's ochtends, druipt het zweet van hun gezichten. Een van hen draagt een apparaat op zijn rug met allemaal propellertjes. Hij zal straks toch niet van de preekstoel springen met dat ding op zijn rug? Nee, daarvoor is de constructie veel te licht. Het is een drone, een mini- helikopter, met een camera! Die moet straks spectaculaire beelden vastleggen van de Preekstoel.

De zon blijft nog even verborgen achter de berg waardoor het, ondanks de inspanning van het steigen, niet al te heet is. Uit het dal voor ons klinkt het geschreeuw van een vogel. Het is nog rustig op het pad. De grote stroom moet nog op gang komen.  Het traject bestaat uit steile trappen van rotsblokken afgewisseld met wat vlakkere stukken. Op zo'n vlak stuk vormen balken een begaanbare weg door een moerassig terrein met dopheide en kleine gele orchideeën.

Op een rotsplateau staan de mannen met de drone uit te hijgen. De man met de lange blonde haren en tattoos op zijn bovenarmen en schouders, zegt:" Wij wonen al heel ons leven in Stavanger en wij hebben nog nooit de Preekstoel van boven gezien! Hier beneden in Jœrpenland woont een vriend van 60, die is ook nog nooit boven geweest."
Even later zegt hij: "Hoorde je net die vogel in het dal?" " Dat was de Golden Eagle, waarschijnlijk heeft hij jongen"

Eenmaal boven, waar een groep Franse jongeren de nacht heeft doorgebracht, kijk ik teleurgesteld rond. Waar is de karakteristieke vierkante vorm van het rotsplateau zoals die in alle reisbrochures staat afgebeeld? De Stavangernaren staan een niveau lager en eten een broodje. Als ik naast hen sta wordt ik toch nog verrast door rotspartij onder mij. De Preekstoel! "Dus nu weten jullie wat je een heel leven gemist hebt!": zeg ik opgewekt. Ze grijnzen.

Via een lastig, met steenmannetjes gemarkeerd pad, beland ik op de "Preikestolen". Dan hoor ik het insectachtige gezoem van de drone. Het moet geweldig mooie beelden opleveren zo'n camerapositie schuin boven het plateau. Mensen zwaaien. Voorzichtig kijk ik over de rand loodrecht naar beneden. 600 Meter onder mij varen twee kanoërs in het groen-blauwe water van de fjord. Ik sta op de spreekstoel en ik ben sprakeloos.